Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Het was Potgieter die sprak, en de ontwijfelbare toorn, die hem uit de ogen straalde, bedroefde zelfs zijn aanhangers. »Karel Landman betwijfelt het feit dat ik de eerste voortrekker ben..." »Dat ontken ik," liet Landman zich ontvallen. »Neef Karel, laat neef Hendrik uitspreken," vermaande Cilliers.
»Maar," zei Greyling, »als Potgieter de meerderheid krijgt, dan kan ik nog niet inzien, dat wij de trek behoeven te verlaten. Ik vraag mezelf af: Wat was eigenlik het doel, waarmede we hier zijn gekomen? Zekerlik niet om te beslissen wie Kommandant-Generaal zou zijn, maar ons doel was onze broeders tegen de zwarte vijand te helpen.
Eer ik hem of iemand anders volg, zal ik Natal verlaten, en ge zult zelf kunnen zien, hoevelen met mij gaan." Onder deze rede had Maritz zijn doordringend oog op Potgieter gevestigd. Een enkele maal had de gloed van oprijzende verontwaardiging zijn wangen gekleurd, maar toen Potgieter zweeg kwam er geen woord over zijn lippen.
Hij sloeg zijn blik naar de plaats waar de achterhoede slaags was, en waar Potgieter zich juist door de vijand had geslagen. »Mijn God! Zij vluchten!" riep hij uit, »alles is verloren!" Zijn ervaren oog bemerkte, dat de vijand het gebergte aan de linkerzijde verlaten had. Hij baande zich een weg tot Uijs, en riep hem toe: »Kommandant, de achterhoede is op de vlucht geslagen.
»Ja," antwoordde Uijs, »Potgieter heeft duidelik verklaard dat hij niemand anders als aanvoerder zou eerbiedigen, en ingeval hij niet gekozen werd, met wie hem volgen wilden, Natal zou verlaten. Om niets voor u geheim te houden, kan ik er bijvoegen, dat hij nog gezegd heeft, dat ik over de bergen was getrokken met het doel om hem te onderkruipen."
Wij zijn steeds bevriend geweest, hebben naast elkander tegen Moselikatse gestreden, en ofschoon niet in alle opzichten geestverwanten, is er nooit iets tot oorzaak van vijandschap tussen ons gebeurd." »Dat laatste kan ik bevestigen, maar luister. Potgieter staat door verwantschap aan het hoofd van een sterke partij.
De Reinaert.... nou ja, heel aardig; maar toch niet zóó, dat 't een literatuur redt. En later Potgieter en Beets en Staring; dat lijkt allemaal zoo ver af; zooveel verder dan Franschen of Duitschers van denzelfden tijd... 't is zoo burgerlijk-degelijk, zoo gezond en soliede, dat je zelf ook stevig op je beenen moet staan, wil je 't kunnen appreciëeren... en wie is zoo, tegenwoordig..."
Ook ik zal volgaarne je leiding volgen en in de ure des gevaars aan je zijde staan: maar, wat omtrent Hendrik Potgieter?" »Mijn vriend, laten wij over hem en over deze zaak niet verder spreken. Vanmiddag zal een raadszitting worden belegd om belangrijke zaken, en ook de benoeming van de Hoofd-Kommandant te bespreken. God zal ons leiden, en wij zullen naar gelang der omstandigheden handelen.
Moge de Heere de derde zijn in dit verbond." De grijsaard slaat nu verscheidene bladzijden om en leest vervolgens: »28 Maart 1852. Ik ben terug van de groote volksvergadering te Rustenberg. Den 11den verkondigde saluutschoten de komst van kommandant-generaal Potgieter en zijn partij, terwijl vier dagen later Pretorius en zijn aanhang kwam.
Hij zal me zeker morgen komen zien." »Mij verwondert het evenmin, dat hij je heden niet is komen groeten. Meer zal het me verwonderen als hij dat morgen doet. Hij zal wachten totdat hij je toevallig ontmoet, of je niet kan ontwijken." »Wat! Hendrik Potgieter zou me willen vermijden? En waarom?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek