Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Wat mij het meest getroffen heeft in Potgieter, is zijn uitdrukkelik kenbaar gemaakt voornemen om het land te verlaten, als hij niet tot aanvoerder verkozen wordt. Wat ik ook al vroeger mocht hebben gedacht, tans zal ik hem nimmer als mijn aanvoerder volgen. Echter ben ik gewillig, al kiest ge hem, om op eigen gezag met u ten strijde te trekken.
Voor hij, na de avondgroet te hebben uitgebracht, een woord kon spreken, trad Potgieter op hem toe en reikte hem de hand, met de woorden: »Neef Pieter, ik ben hoofdzakelik gekomen om een onrecht, dat ik je heb aangedaan, te herstellen.
Potgieter vraagt of wij het hem ten goede houden, dat hij, in zijn Florence, Beatrice's kleed in plaats van rood, wit maakte, "voor de onschuld", zooals hij zegt. Het in deezen den Florentijn te willen verbeeteren is echter den Amsterdammer moeyelijk ten goede te houden. Het achtjarige meisje ging in 't rood, "zooals het haren leeftijd paste" zegt Dante.
»Bedenk, mijn vriend, dat als het kommando uittrekt, gehandeld zal worden door jou en Uijs volgens een vast ontworpen plan, en daardoor alle verwarring zal worden voorkomen," antwoordde van Staden. Potgieter bleef een wijle met gebogen hoofd zitten. Plotseling hief hij het hoofd op. Zijn besluit was genomen. »Het zij zo. Indien Uijs in je plan bewilligt, dan doe ik hetzelfde," zei hij.
De gedachte trof mij, maar er is, vrees ik, niet veel kans tot verwezenlijking van dit lieve denkbeeld. Elken dag kijk ik uit mijn venster een poosje naar het schilderachtig eilandje.... Er zal, vrees ik, geen terrein genoeg zijn voor een standbeeld, wanneer men de mooiste boomen behouden wil!" »Een technisch bezwaar, freule! Misschien zal later een vriend van Huygens en Potgieter het oplossen!"
De Zulukrijgslieden hadden de benedenhelft van de bergbrug ter linkerzijde geheel ontbloot, en hadden zich aangesloten bij de aanvallers van Potgieter, die voet voor voet strijdende, tot tegen de bergrug ter rechterzijde was teruggedrongen.
Toen Potgieter op zijn sterfbed lag, en men hem het portret liet zien, dat de uitgave zijner werken zou verrijken, was zijn opmerking: »'t Is toch maar een burgerman." Iets dergelijks heb ik mijn heele leven gevoeld. Omstandigheden hebben me in menige vriendschappelijke, vertrouwelijke, hartelijke betrekking gebracht tot menschen van stand, rijkdom en positie.
Hij vraagt, wie mij hier geroepen heeft, en beweert dat ik hier ben gekomen om hem te onderkruipen. Broeders, het was op uw verzoek, dat ik hierheen gesneld ben, en God weet, dat ik daarbij nimmer een enkele gedachte aan Hendrik Potgieter heb verspild. Zijn aanmerkingen verdienen de verachting van allen, en dragen mijn diepste afkeuring weg.
»Neef Frans spreekt recht," zei Potgieter, »het is beter dat wij Uijs zien op de door hem bepaalde tijd. Als we eenmaal met hem de zaak bespreken, kan het zijn dat ons gesprek lang duren zal. Dus tot van avond; ik zal jullie afwachten." Het was tans tegen de middag en onze vrienden hadden nauweliks hun gesprek geëindigd, toen er een biezondere beweging in het lager op te merken viel.
Uiterlik koel en kalm nam Uijs tans het woord en sprak: »Mijn broeders, tot weinige ogenblikken geleden, heb ik Hendrik Potgieter naar mijn eigen maatstaf gemeten, en gedacht in hem een billijk man te zien. Indien hij meent wat hij zoëven gezegd heeft, en daarbij beschouwd moet worden gezond van zinnen te zijn, dan heb ik me groteliks in hem bedrogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek