United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


ENGSTRAND. Kom maar bij mij in de stad wonen, zeg, dan kan je japonnetjes genoeg krijgen. REGINE. Poeh! Dat kan ik op mijn eigen houtje ook wel, als ik er lust in heb. ENGSTRAND. Neen, aan een leidende vaderhand gaat dat beter, Regine. Nu kan ik een mooi huis krijgen in de Kleine Havenstraat.

Ga nou asjeblieft heen en zorg dat er niemand anders boven komt, dan die heeren. Een gestommel op de trap, een stuk of wat zuchten en kuchende geluiden, en aangevoerd door den blazenden en hijgenden Giovanni Capelli, betrad een viertal heeren Bruins' atelier. Pff! Poeh! Wat 'n toren! Ga binnen heeren! Verbazend hoog! , ! Een opstijging in optima forma! Mag ik u voorstellen, heeren!

Bedenk dat het een reglementaire uniformpet is! DR. STOCKMANN. Poeh! Denk je dat de ontwakende volksleeuw zich bang laat maken door uniformpetten? Want morgen komt er revolutie in de stad, dat je het maar weet. Jij dreigde mij af te zetten, maar nu zet ik jou af ... onthef je van al je posten van vertrouwen.... Geloof je soms dat ik dat niet kan?

En je begrijpt dat heel goed, Peter, maar je wilt het eenvoudig niet toegeven. Jij was het die het doordreef dat de gebouwen gezet werden en de waterleiding werd aangelegd op de plaats waar jij het aanwees; en de zaak is eenvoudig dit: dat je die vervloekte stommigheid niet bekennen wilt. Poeh!... denk je dat ik je niet doorzie? BURGEM. STOCKMANN. En zelfs al was dat zoo?

HELMER. Ja, met Nieuwjaar; maar dan moeten er nog een heele drie maanden verloopen eer ik mijn salaris ontvang. NORA. Poeh! tot zoolang kunnen we immers wel wat leenen. HELMER. Nora! Heeft de lichtzinnigheid je weer te pakken? Stel nu eens dat ik duizend kronen leende en jij zoudt ze in den kersttijd opmaken, en ik kreeg op Oudejaarsavond een dakpan op mijn hoofd, die me dood....

"En wat zei-die," vroeg Gerrit. "Wel, hij zei dat-ie niet hield van die aardigheden en zoo wat meer.... En dat ik zijn hoed ophad.... Hij was een beetje grof.... Nou ik heb 't ding dadelijk door een kruier aan zijn kantoor laten bezorgen met de boodschap, dat hier meneer z'n hoed vast was, dat meneer zelf straks wel kwam...." "Poeh!.... dat ouwe nijdasje!" lachte Hendrik nog.

Een kleine, magere oude juffrouw met een bont boezelaar voor en opgestroopte mouwen, keek hem met een dom-vinnig gezicht aan en vroeg, de mouwen over de nog van zeepsop dampende stokkerige armen neerslaande: Most uwe bij Bruin wezen? Pff, Poeh! Pff. J

»Nog een tien minuten!" »Poeh, poeh, mijn zoon! Het lijkt er niet naar! Van hier tot den kapelaan Maar zegt me eens: wat willen de heeren eigenlijk van den kapelaan?" »Drinken, paterlief, drinken! Wij zijn als sponzen zoo dorstig. Voor elken droppel dien hij ons schenkt, zullen wij hem zeven jaren levens toebidden!" »Misericordia! verschoont hem!