United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Marieke verschoot, en verblijdde zich seffens; zij kneukelde glimlachend den vaak uit de oogputten, geeuwde en lei gelukkig heur hoofdje een wijle terug in den hals van Pallieter. Ze hieven zich eindelijk op uit de warme plek, lachten om hun klamme, verfronselde kleeren en om het hooi dat in hun haren stak.

Ver gingen de kruisen, wit en rood, langs de blonde wegen, en overal sloegen de molens lijk de priesters kruisen over 't veld, en ginder wapperde de wind een boerenmeid haar rokken omhoog. De zon tuimelde ineens door de wolken en dat gaf een taal aan al de koleuren des velds, dat alles sprak en juichte! "De kruise late elle al gevoele!" riep Pallieter....

Pallieter stak met de gauwte zijn vinger in die lichtklad en zei: "Heunink heêd er ni on...." Hij sneed boterhammen, veegde er, nen halven pink dik, zuute boter over en haalde uit den kelder een volle schotel versche, hagelwitte plattekees.

En dan begonnen de lepels te gaan en 't gesloeber van de vele monden. Als hunne soep ledig was, wierden er al pijpen aangestoken, en toen stond Pallieter recht en sprak: "Nichtjes en kozentjes van Charlot, ge got hier allemaal veul ete, want er is veul geried gemokt, 't moet allemol oep!

Hij sprong naar haar toe, nam haar op in zijn armen en kuste haar op den natten mond dat zij naar asem moest snakken. "Korentenbroed," riep Pallieter, "spikelatie en wijn! Leve den aankomeling! Roept de Pastoor, Charlot!"

Pallieter zag hoe kostelijk de zon op Marieke scheen, en hoe gezellig de roode kersen, die hij als koralenbellen aan haar ooren had gehangen, bij haar aangenaam gezichtje deden. En als ze zag dat hij haar bekeek gilde ze, wippend met haar lijf: "Wille we nij is gaan veere?"

En Pallieter, die dat zag, lachte luid den gelukkigen lach van een kind. "Och hoe joenk! kom zien!" en hij stak zijn neus tegen het rondeken en snuffelde, en toen titste hij het punt van zijn tong er tegen en proefde smakkend van het bittere sap. Marieke kwam op zijn roepen, maar kon niet op het waggelend leerken ter wille van haar dikken buik. "'t Is spijtig!

En door dien heiligen vrede die het land omhulde, klonk ver het veelmondig gezang van huiskeerende pikkers en bindsters. Pallieter had kunnen weenen en zei: "Neeë! de groete Pan is nog nie heelemaal doed. Die dat hoorde zeggen hee gedroemd! Want ik hem vandaag zan horekes gezien!" In den heeten Zondagmorgen was Beiaard, de witte merre, aan 't zwemmen in het water van de Nethe.

Een der vliegers gaf aan Pallieter zijn lederen frak, en dat zijn broek mestnat was, deerde niet. 't Was frisch!...

Als Pallieter hem met trage zeupkens had uitgezogen, klopte hij met den duimnagel tegen het kristal en een volle ronde klank sprong in de lucht en singelde zich langzaam uit. Charlot schonk voor haar ook in, en Pallieter zag dan eerst de inktvlekken op haar rood gezicht. "Woroem ziede zoe zwert?" "Wel," zei Charlot, "ik ben nen brief on't schrijve oem nor de kèrmis te kome.