Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


Wij zijn Goethe ten zeerste dankbaar voor de kennismaking die hij ons met deze buitengewone menschen veroorlooft: zij leven jaren nadat wij den roman opzij hebben gelegd nog als gewaardeerde kameraden in ons gemoed.

Terwijl hij daar stond te peinzen, kwam een steenblok aanrollen langs een helling vlak bij hem. De boer sprong opzij, en redde zich nog juist bijtijds; maar de bok Kare kwam vlak onder het blok, en werd dood geslagen. Toen de boer tegen de helling opkeek, zag hij een groote, sterke reuzenvrouw, die bezig was nog een steenblok naar beneden te gooien, dat op hem gemunt was.

Deze was op zijn hoede, en greep, opzij springend, het geweer bij de loop. Met een enkele krachtige beweging had hij het den soldaat ontrukt, en in 't volgend oogenblik bracht hij hem met de kolf zulk een slag op 't hoofd toe, dat de man neerviel, en onbewegelijk liggen bleef, zonder een kreet geuit te hebben.

Bij de banken stonden de jongens te babbelen. Een zat bovenop de lessenaar, een zwaaide heen en weer, met z'n beenen bengelend tusschen de leuningen. Verlegen schoof-ie binnen, voorbij een paar jongens die niet opzij gingen, zette z'n hoogen hoed op de tafel bij het bord, duwde z'n gouden bril recht op den kleinen stompneus en tikte met de liniaal op de voorste bank. Niemand keek naar hem.

Tegen tien uur 's avonds werd een zwaar rotsblok, dat den ingang afsloot, opzij geschoven; twee negers kwamen binnen, en de deur, of liever gezegd het rotsblok, ging weer dicht.

"En kennen jullie ook van: Zie ginds komt de stoomboot?" vroeg Mies de Bruin, die zoo'n beetje de leiding had, omdat háár mama de families uitgekozen had uit de armenlijst. En dadelijk vielen de kinderstemmen, hard en dreunend-maatvast in, terwijl Mies ze zacht begeleidde, voortdurend opzij kijkend naar al de open monden.

Ik opende de oogen; een hond, een leelijke gele hond, lag voor mij en likte mij. Mijne oogen ontmoetten die van Mattia, die naast mij op zijne knieën lag. Gij zijt gered, zeide hij, terwijl hij den hond opzij duwde en mij omhelsde. Waar zijn wij? In een rijtuig. Bob ment. Hoe gaat het ermee? vroeg Bob, zich omkeerende. Ik weet niet, ik geloof goed. Beweeg uw armen en beenen eens! riep Bob.

Toen, langzaam, ging het wolkgordijn opzij, en welfde de wijde sterren-hemel over alles heen.

Als de juffrouw de astrantigheid wil hebben is eventjes mee achter te komen, dan kan ze eigens is zien wat baas Krul met den fijnen beitel al knutselen kan. Kom maar mee asjeblief. Ga binnen juffrouw. Dat is de freule van De Zonsberg, moeder; die wou ik eens eventjes m'n kleine poppe-lindekastje laten zien. Wacht, zet jij die wieg is opzij.... Nou watbliefje?

Toen klemde hij zich aan eenige struiken vast, om niet uit te glijden, spiedde nog eens bedachtzaam vóór zich en riep Kees toe: »Ik kan niet verder, heer!" Kees ging heel voorzichtig iets vooruit en vroeg: »Waarom niet? Kun je je niet laten glijden?" »Dat kan hier niet, heer! Ik zie vóór me en opzij niets meer, dat op een rand gelijkt. Ik geloof, dat ik voor een afgrond sta.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek