Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Paul lachte. Felix keek ernstig: er was voor zijn gevoel iets wonderlijk indrukwekkends in de rustige waardigheid van den ouden man, zooals hij daar op de treden van de herbergdeur stond, met z'n muts in de hand en z'n blikken naar de sterren gericht. Hoe Katina een troïka ment. Het klooster. De Russische wijk van Slavowitz. De troïka komt in het gedrang. Paul wordt doodelijk gewond.
Het sonnet is alweer geïnspireerd door oudere troubadoursliederen, waarin de "goede toovenaar" de vermaarde Merlijn is. Sinds 't negende van mijner jonkheid jaren Heb 'k Amor onafscheidelijk behoord: En 'k weet hoe hij ons ment en zweept en spoort En in zijn dwang ons lust noch droefheid sparen.
Ook in dat taalwerk is "nederlant" en "overlant": het vlakke, dat wel eens plat wordt; de liefelijk opwaarts glooiende landen; de hooge toppen, waar de auteur zich in de nevelen verliest: de "hoge materiën", waarvan hij beseft dat een schrijver ze slechts kan "voirt bringhen met woorden also verre als ment woorden mach" .
Of elders aan het eind van een ballade van dezelfde strekking: "Tous ces poins a rebours retien"; en in een derde met het refrein: "C'est grant pechiez d'ainsy blasmer le monde": "Prince, s'il est par tout generalment Comme je say, toute vertu habonde; Mais tel m'orroit qui diroit: 'Il se ment'...."
Dan waren er de amoureuze vernuftspelletjes, zooals Le Roi qui ne ment, Le chastel d'amours, Ventes d'amour, Jeux
Als de zon ondergaat, verlaten zij weder het paleis door de uit wolken bestaande poorten en keeren zij naar hun woningen terug. De zon is een schitterende gouden wagen. Apollo ment dien wagen iederen morgen hoog in de lucht naar boven, en iederen avond weer naar beneden.
De meeste wagens, die wij tegenkomen, zijn bespannen met een paar ossen, die een lichte kar tusschen twee dichte wielen trekken, daar anders het taaie slijk toch de spaken zou bedekken. Een drijver ment het span, evenals bij ons in de provincie Bearn. Met een langen, puntigen stok weet hij de dieren te leiden, en door fluiten laat hij ze stilstaan of zich weer in beweging zetten.
Ik opende de oogen; een hond, een leelijke gele hond, lag voor mij en likte mij. Mijne oogen ontmoetten die van Mattia, die naast mij op zijne knieën lag. Gij zijt gered, zeide hij, terwijl hij den hond opzij duwde en mij omhelsde. Waar zijn wij? In een rijtuig. Bob ment. Hoe gaat het ermee? vroeg Bob, zich omkeerende. Ik weet niet, ik geloof goed. Beweeg uw armen en beenen eens! riep Bob.
Van den anderen kant komt tegelijk de open landauer, waarin Mattia en Christina zijn gezeten, die ons toewuiven met de hand. En achter den landauer volgt eene cabriolet, waarvan Bob zelf het paard ment. Bob ziet er uit als een voornaam heer en zijn broer is nog altijd de ruwe zeeman, die ons naar Isigny bracht. Wij snellen ijlings de trap af, om onze gasten beneden aan het bordes te ontvangen.
In de Heimelycheit der Heimelychede lezen wij: Nu betaemt wel elken heere Die bewaren wille sine eere, Dat hi scrivers met hem houde, Vroede liede, jonghe ende oude, Die scone ende wel connen dichten, Ende met sconen worden verlichten Connen dat sijn heere wille. ... Want ghelijc dat smenscen lede Scoonre sijn ghecleedt dan naect, Also eist dat men een dicht maect, Daer men der wareit niet ut en gheet Ende ment met scone worden cleet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek