Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 oktober 2025
De boer Geert b. v., die in 1684 als eigenaar zat op het groote en aanzienlike scholten-erve Lintum, by Winterswijk, wordt in eene oorkonde van die dagen Geert te Lintum genoemd. Die toenaam bestaat nog heden ten dage als vaste geslachtsnaam.
Heden ten dage is dit de algemeene en gewone uitspraak dezer namen by de Friesen; en dat deze zelfde uitspraak ook reeds in vorige eeuen bestond, blijkt uit menige oude oorkonde. Zoo vind ik, al weêr in 't Oorkondenboek van 't leeuwarder St. Anthonij-Gasthuis, in een stuk van den jare 1542, den geslachtsnaam Donia geschreven als Donye, en in een stuk van het jaar 1562, als Doenye.
Hy is afgeleid van het woord goldschmid, goudsmit, en strekt nog tot een byzonder bewijs dat smid wel degelik het woord is, waar van het patronymikon Smeding is ontleend. Dat zulke vadersnamen, van beroepsnamen geformd, zeer oud zijn, blijkt uit de op bl. 23 vermelde oorkonde van 1188, waarin de twentsche erven Smedinc en Spelemanninc worden opgenoemd.
Ja! maar in die oude oorkonde, door Habets vermeld, staat: »in gen Esschenbroek." Is dat gen dan eene drukfout voor den? Geenszins! »In gen Esschenbroek" is geschreven zooals in die gouen tusschen Rijn en Mase gesproken wordt. Zoo luidt ook het woordje onder te Sittard steeds als onger; oorspronkelik ongder, maar de d is daar uit gesleten.
»Wat moet het oor van de Koningin met die photographie doen, Jetje?« Allen proestten het uit; de lachbui bedaard, legde Mevrouw het haar kleine meid dus uit. »Een oorkonde is een zeer fraai geschreven brief, waarin staat aan wie men dit bijzonder geschenk geeft en waarom men dit doet en wie de gevers zijn; een konde is een bekendmaking, die het oor moet hooren, vat je het Dora?« »Ja, Mama.«
In eene oude oorkonde vind ik nog dat ten jare 1328 zekere Jan Geylincx burger was der stede Geraertsbergen in Vlaanderen. Dat jaartal moet ongeveer de gemiddelde tijd voorstellen waarin deze zonderling geformde dubbelde patronymika eerst opgekomen zijn.
Toen Phanes zweeg, zag hij dezen aan met een doordringenden blik, en vroeg: »Waar zijn mijne papieren?" »In handen van Onoephis, die daarin naar de oorkonde zoekt, welke ik van noode heb." »Dat is natuurlijk! Heb de goedheid mij te zeggen, hoe de kist, die Hib goedvond naar Perzië te brengen, er uitziet." »Het is een koffertje van zwart ebbenhout. Het deksel is kunstig gesneden.
Of dit laatste ook gewelddadig gebeurd was, door het nest met kruit en lood uit een oud geweer in stukken te schieten, of eenvoudig op jongens-manier: door in den boom te klimmen, vermeldt die wonderlijke, oude stedelijke oorkonde niet.
De toren van het stadhuis of het Belfort is almede een meesterstuk van smaak en zwierigheid. Het Belfort is 40 meters hoog, en draagt op zijn toppunt een verguld koperen beeld van twee meters: Jantje van Oostenrijk, zegt eene oorkonde. Jantje staat daar te prijken sedert 1580.
Maar toen Goethe de oorkonde aan Vrouwe von Stein zond, voegde hij er o.a. deze ontboezeming bij: Hoeveel heerlijker zou ik mij bevinden, indien ik, van den strijd der politieke elementen verre, tot kunsten en wetenschappen, waarvoor ik ben geboren, mijnen Geest kon wenden! Eigenmachtige, gedemoraliseerde ambtenaars voerden er een wanordelijke administratie en lieten het volk bloeden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek