Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Bymholt behoort ook hier toe; want deze naam is eene samentrekking van Bi 'm Holt, Bi dem Holte, by het hout, anders gezeid: by het bosch. Nog meer samengetrokken en versleten, als Bimolt, is het ook de naam van een gehucht aan onze twentsche grenzen, by het bentheimsche dorp Veldhuizen.
Naar dezen vogel zijn dan ook verscheidene Twentsche hoeven benaamd, en deze vindt men steeds aan den heikant. In de volkstaal noemt men de heidebewoners vaak Heettukkers: Driem. Bladen VII, bl. 84; VIII, bl. 51; anders VIII, bl. 92. Laat ik hier terloops aan de zegswijze herinneren: "Ij kommt oet 't land van de Tukkers, woar ze onzen leeven Hèèr "Doe" neumt." Gelderland. Nijmegen: Knotsendragers.
De Maatschappij van Nijverheid deed hare stem hooren. Ten 4de. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen kon in 't einde niet zwijgen. Ten 5de. Een adres der Twentsche Vereeniging van Handel en Industrie kwam U in handen. Ten 6de.
Hy is afgeleid van het woord goldschmid, goudsmit, en strekt nog tot een byzonder bewijs dat smid wel degelik het woord is, waar van het patronymikon Smeding is ontleend. Dat zulke vadersnamen, van beroepsnamen geformd, zeer oud zijn, blijkt uit de op bl. 23 vermelde oorkonde van 1188, waarin de twentsche erven Smedinc en Spelemanninc worden opgenoemd.
Zoo verklaart men de gewoonte van het hanenslaan in sommige streken na het oogstfeest in den Elzas bindt men een levenden haan aan den oogstmei! en evenzeer de Twentsche benaming voor het oogstfeest: stoppelhanen.
Een in Twente en op de Veluwe zeer bekend deuntje luidt: Suja, suja, kindje, 't Papje steet in 't spintjen, Melkje van de bonte koe, Kindje, doe je oogjes toe. Hoeveel naïeve moederzorg ligt niet in 't Twentsche: Suja, suja, lutke wicht, Sloape zeute, eugskes dicht. Hunnewiêve, 'k zal diê sloan, Kumst du biê de huja stoan.
De ontginners, die van de technische voorlichting der Heidemaatschappij gebruik hebben gemaakt, doen voor hun landstreek een niet te overschatten nuttig werk. Het is de verdienste van de twentsche grootindustriëelen, dat ze hun kapitaal beleggen op een wijze, waarbij niet de directe voordeelen op den voorgrond staan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek