Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
"Maar dat kan ik niet eten, die ellendige uien, en dat vleesch is zoo zwart en onsmakelijk, dat je al náár wordt van 't zien: 't is nu al de derde keer van de week, dat we dit menu krijgen!" "Nijdas," plaagde Go, die, thuis gewend aan eenvoudig eten en met 'n nooit falenden, gezonden honger, onverschilliger op dit punt was.
Hy was by z'n kameraden ... «bemind» is 't woord niet, doch daar hy niemand in den weg stond, behoefde niemand zich de moeite te geven hem te haten. Z'n chefs waren over hem tevreden, omdat hy hen nooit door iets buitengewoons lastig-viel met de noodzakelykheid eener byzondere behandeling. Als prachtexemplaar van alleronbeduidendste ordinairheid, was hy juist intelligent genoeg om z'n dienst te doen zooals hy die geleerd had, zonder ooit zich te wagen aan eenig pogen dat hem niet geleerd was. Hy betoonde zich omtrent alles wat niet letterlyk was voorgeschreven, niet onverschilliger dan anderen, zoodat hy zelfs in slordigheid of dienstverzuim zich wist te onthouden van uitstekendheid. Op onderscheiding had hy geen andere aanspraken dan dat-i niet de minste aanspraak maakte op onderscheiding, en tot berisping gaf hy niet meer aanleiding dan noodig was om onschuldig te zyn aan sarrende vlekkeloosheid. Als onnut nummer op den traktementstaat was de goeie jongen zoo onschadelyk als die nutteloosheid maar eenigszins gedoogde, en wie hem 'n «slothout» noemde, zou wèl de waarheid maar niet
Zij lieten er zich minder meê in, dat Hendrik I de stad, door de Noormannen in 822 verwoest, weêr opbouwde, en dat in 1224 het grootste gedeelte weêr afbrandde, dan dat er actueel in de oude en nieuwe stad vele badgasten waren; en het was sommigen hunner onverschilliger, dat Karel de Groote daar waarschijnlijk in 742 geboren werd, dan dat Wilhelm Gorissen in 1837 een uitmuntend Gastgeber in het Hôtel de Charlemagne was.
Maar daargelaten nog in hoeverre dit gevoel wordt verlevendigd door persoonlijke herinneringen, plaatselijke omstandigheden en traditioneele begrippen, die in de wereld van het verre Oosten niet te pas komen: zoo is er, naar ik meen, nog een andere reden, waarom de natuur ons hier onverschilliger laat: zij is te veel gecultiveerd.
Omdat hij meent, dat veel menschen méér bewondering beweren te gevoelen voor de schoonheden der natuur dan ze werkelijk doen, en een afkeer heeft van die aanstellerij, stelt hij zich zelf aan, alsof hij onverschilliger was en minder bevoegd tot oordeelen in dezen, dan feitelijk het geval is. Hij is kieskeurig, en verkiest zich aan te stellen op zijn eigen manier."
Nimmer heb ik een schrijver onverschilliger voor zijn werk gezien, wanneer hij eenmaal de laatste hand er aan gelegd had. Op de repetities zag men hem nooit. Hij stoorde zich evenmin om de "coupures", die men noodig achtte aan te brengen en stelde ook weinig belang in de aankleeding van zijn stukken.
Hebt u nu eigenlijk de "Nieuwe Gids" verlaten of overwonnen, vroeg ik; met andere woorden: kunt u mij den logischen ontwikkelingsgang aanduiden, die er op uitliep, dat u op een goeden dag niet meer in die geesteswereld thuis behoorde? Toen ik rijper en ontwikkelder werd, ben ik gaan merken dat de "Nieuwe Gids" mij onverschilliger werd en dat ik ergens anders moest heensturen.
"Nee!" gromde hij droogjes en liet zich met geweld tegen den rug van zijn stoel vallen. De dominikaan ging nog onverschilliger voort: "'t Moet droevig wezen een plaatsje te verlaten waar men twintig jaren geweest is en dat men kent als de jas die men aan heeft.
De baas uit de "Visschende reiger", een dikke waterzuchtige man, die, altijd rookend, op zijn gebloemde pantoffels en in zijn overhemd en bretels, in het kleine tuintje achter de tapperij stond te soezen over 't voortreffelijke van zijn eigen consumptie en elken dag onverschilliger, rooder en opgezetter werd, was eindelijk schouderophalend zijn vriend geworden om met "de vrouw" vrede te houden, daar hij den toestand zóó 't gemakkelijkste vond.
Deze zag den vrager met een doordringenden blik aan; maar daar hij in zijn gelaat niets dan eenvoudigheid en goedhartigheid las, antwoordde hij koeltjes: "Zoo, ja! altijd meer dan genoeg." De gesprekken werden nu met meer kalmte en over onverschilliger onderwerpen gevoerd. Pols maakte nog eene opmerking over het vreemde van in ledekanten zonder gordijnen te slapen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek