Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Wie op beperkt terrein meer tyd en ziel uitgeeft dan in verhouding tot z'n algemeen-menselyke roeping gepast is, werkt nadeelig op de som van algemeen welzyn, en schaadt tevens zich-zelf daar geen uitstekendheid in 'n bepaald vak opweegt tegen de vernedering als Mens.

Met dit te zeggen, wil ik al dadelijk toonen, dat ik ook versierd ben enkele oude kniesooren zouden zeggen besmet met die prijzenswaardige oprechtheid en dat gevoel van eigenwaarde, welke de menschen bezielen en waarmede zij, aan hunne eigene bekwaamheden en uitstekendheid de verschuldigde hulde doende, omdat niemand anders dit doet, zeggen weer de oude kniesooren niet nalaten zich openlijk aan te prijzen, als koopwaar, zouden de kniesooren al weder aanmerken.

Wie inderdaad in eenig vak uitmunt, stelt zich met de erkenning van die uitstekendheid tevreden, maar zou 't zelfs onaangenaam vinden, indien men hem wilde gebruiken tot iets anders. Hy bezit in zyn specialiteit den meestergraad, of streeft daarnaar, en wil zich dus niet laten aanwerven als leerling in anderen werkkring.

Hy was by z'n kameraden ... «bemind» is 't woord niet, doch daar hy niemand in den weg stond, behoefde niemand zich de moeite te geven hem te haten. Z'n chefs waren over hem tevreden, omdat hy hen nooit door iets buitengewoons lastig-viel met de noodzakelykheid eener byzondere behandeling. Als prachtexemplaar van alleronbeduidendste ordinairheid, was hy juist intelligent genoeg om z'n dienst te doen zooals hy die geleerd had, zonder ooit zich te wagen aan eenig pogen dat hem niet geleerd was. Hy betoonde zich omtrent alles wat niet letterlyk was voorgeschreven, niet onverschilliger dan anderen, zoodat hy zelfs in slordigheid of dienstverzuim zich wist te onthouden van uitstekendheid. Op onderscheiding had hy geen andere aanspraken dan dat-i niet de minste aanspraak maakte op onderscheiding, en tot berisping gaf hy niet meer aanleiding dan noodig was om onschuldig te zyn aan sarrende vlekkeloosheid. Als onnut nummer op den traktementstaat was de goeie jongen zoo onschadelyk als die nutteloosheid maar eenigszins gedoogde, en wie hem 'n «slothout» noemde, zou wèl de waarheid maar niet

Dat nu zoodanig uitstekend individu ook wat plicht en roeping aangaat, zich niet zoo onwaardig mag laten gebruiken, valt my in het oog. Maar aan sommige anderen schynt deze waarheid niet zoo duidelyk, en daarom zal ik trachten haar optehelderen door de veronderstelde uitstekendheid by benadering te schatten in geldswaarde of maatschappelyke pozitie.

De meesten zelfs hebben behoefte aan 't byzonder kleine. De afschuw van uitstekendheid gaat niet zelden boven 't eigenbelang, en menig hooggeplaatst persoon ziet liever z'n eigen zaak en die van 't algemeen! te-gronde gaan, dan dat hy iemand naast zich stellen zou, wiens verdiensten de zyne overschaduwen. Deze waarheid uit is oud, en hoe treurig ook niet onbegrypelyk.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek