United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Jawel, Texar, maar..." wilde kolonel Gardner zeggen. De Spanjaard vervolgde evenwel spoedig, als ware hij gejaagd: »Is er een getuige, die mij gezien heeft?" »Ja!" antwoordde de voorzitter van den krijgsraad. »En die is?" was de vraag van den onverlaat. De kolonel verzocht toen miss Alice Stannard hare getuigenis onder eede af te leggen.

In den engelenbak namelyk dezen avend bezet door fatsoenlyke burgers, want alle standen waren 'n graad of tien in waarde gedaald, omdat de markt van rang overvoerd was in den engelenbak had 'n onverlaat zich de magere voldoening gegund: al is ons prinssie te zingen, wèl bedekt natuurlyk onder de noten van koningin Hortense's prachtstuk. Was zy de dame die om genade gesmeekt had voor haar liedje?

Maaiken heeft een schoone kroon! Ik zal ze geven aan eene loddege van mijne kennis. Zij gingen buiten, terwijl een onverlaat den predikstoel beklom om er zotte reden te houden, en zij kwamen terug, roepende: Kom beneden, Maaiken, of wij komen u halen. Doe een mirakel, toon nu eens dat gij kunt loopen, in stee van u laten dragen!

Zijne gevoelens van recht en ridderlijkheid, maar nog meer de nieuwe, teedere gevoelens, welke dien dag in zijne ziel tot ontluiking waren gekomen, kwamen in heftigen opstand tegen het onrecht, zijne geliefde aangedaan. Hij bezwoer Condwiramur bij alles wat haar heilig was om zich de gedachte aan een huwelijk met dien onverlaat uit het hoofd te zetten; hij, Parcival, zou haar helpen!

Welke onverlaat zou in deze demokratische eeuw, de rechten miskennen... enz. Zieje wel dat ze puissies in d'r gezicht het! riep de schoenmakersleerling. 't Was de waarheid! Koninklyk-Keizerlyke puisten! Menschelyke puisten! Dit had geen der poppen op Wouter's printen.

DE JONGE LUCIUS. Grootvader! ach, grootvader! o, hoe gaarne Stierf ik, zoo gij dan weer herleven mocht! O god! door 't weenen kan ik niets meer zeggen; Ik stik in tranen, open ik den mond. EEN ROMEIN. Staakt, treurende Andronici, thans uw rouwklacht! Maar spreekt het vonnis van den onverlaat, Die al deez' gruweldaden heeft verwekt.

"Hij is al gevlucht, de onverlaat. Zoodra hij u hoorde binnenkomen, liet hij me los en sloop heen!" "Dan kan hij nog niet ver af zijn!" riep Jonker Jan, zich naar buiten spoedende, doch zooals de lezer weet, ook daar was de roover hem te vlug geweest. Gijsbrecht trok Bertha naar zich toe en sloeg haar zijn arm om den hals.