Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


Iedere volkstam, iedere provincie heeft bij hen zijne plaats, die om hare onnoozelheid bekend is. Men moet daarom gelooven, dat ten minste gedeeltelijk juist de Duitsche kleinsteedschheid en kleinstaatschheid de broeikas van het hun ingeplante kosmopolitisme geweest is.

Daar ginder kwam gillend een jongen hard aanloopen; achter in mijn werkend hoofd kwamen de frissche geluidjes, jubelend geklank, hoog lachjesgesteiger vol jonge onnoozelheid.

We zyn dom, klein en koppig. Waarachtig, lezer, we zyn koppig, dom en klein. Wees nu eens niet te klein, te koppig en te dom, om dit toetestemmen. We weten weinig. We kennen weinig. We kunnen weinig. En we willen ons voordoen alsof wy iets wisten, kenden en konden. Telkens komt het voor, dat de omstandigheden deze of gene hoedanigheid in ons vereischen zouden. Telkens schieten wy te-kort in 't leveren van wat wy eigenlyk moesten kunnen leveren. Dan zyn we beschaamd over deze domheid, onmacht en onnoozelheid, te klein om edele wraak te nemen door verheffende inspanning, te hoofdig om dat alles te erkennen, en: Och ... ik ben eigenlyk straatveger, zeggen ze dan. D

Niets kan de gevaarlijke bekoorlijkheid beschrijven van dien onverwachten glans, die eensklaps een aanbiddelijke duisternis verlicht en uit al de onnoozelheid van het heden en al de hartstochtelijkheid der toekomst bestaat. 't Is een zekere besluitelooze teederheid, die zich toevallig openbaart en wacht.

Ofschoon van nederigen vorm en gemeene stof, waren hare kleederen zeer zuiver, en hier, in dit onzindelijk huis, omringde haar als het ware een wasem van innerlijke onnoozelheid en van lichamelijke reinheid. Zij ging tot den man, legde streelend hare hand in de zijne, zag hem met eenen stillen, doch diepen glimlach aan en murmelde: "Dag, vader lief!"

Hier wachtte de verhaler op een antwoord, maar de juffrouw wist niet wat ze zeggen zou, en vreesde dat het geheele verhaal een strik was om hare onnoozelheid te vangen. "Nou goed; as je 't dan maar weet. Ik zel maar zeggen: je mot te Rotterdam zijn. Je krijgt een kaartje. Best. Belieft u maar op de schaal te stappen."

Ik ken die voorgewende onnoozelheid wel. Soldaten! bindt die schurken, en stevig ook." Dit was gauw gebeurd: Andry Kroek en Semene Vorosjilo waren in een oogwenk gebonden en gekneveld. Op dit oogenblik trad de heer des huizes binnen. "Wie ben je?" brulde de man met het roode gezicht, die blijkbaar het opperhoofd van den troep was. "Hoe heeft men je hier binnengelaten?"

Om het zakelijker uit te drukken: Justus en Marieken waren samen aan het lezen, aan het wandelen en aan het droomen gegaan. Het lezen .... och heilige onnoozelheid! De hedendaagsche collega's van mijnen vriend zouden meewarig geglimlacht hebben, indien zij zijnen boekenschat bijeen hadden gezien.

Die kromme sabel alleen was de zonde waard. Tweede tafereel. Hm ... scabreus! Nu ja, maar niet voor Wouter, die in z'n onnoozelheid geen gewicht hechtte aan al de zonderling opgesierde juffrouwen op de plaat. Hoofdzaak was dat er dapper gegeten en gedronken werd, en 't gezelschap scheen eensgezind, want dat eene meisje in glimmend satyn, hing allervriendelykst over den schouder van den verlorene.

Gelooft gij mij onedel genoeg om u, u, die de zuivere onnoozelheid zelve zijt, na morgen nog met mijne handen, aan te raken? met handen, die in menschenbloed zullen gedoopt zijn? O, zeg mij, dat gij ten minste mij nog groot van gemoed acht, dat gij mijne ziel kent, en dat gij weet, dat ik zulks niet doen zal, of doen kan!"

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek