Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 november 2025
Ongelukkig was mijn oom niet zeer vlug bespraakt, wel niet in den huiselijken kring, maar toch als hij voor het publiek sprak, en dat is een lastig gebrek voor een redenaar.
Waak toch in 's Hemels naam over jezelf, als je mij niet van verdriet wilt laten sterven, want ik voel, dat 't mij onmogelijk zal zijn je ongelukkig te zien. En toch zal je dit weldra worden, kind, ongelukkig, diep rampzalig, als je er mee voortgaat jouw wil tegen dien van vader of moeder in te laten gaan." Deugniet was zoo dom niet, of hij begreep heel goed hoe waar deze woorden waren.
Ongelukkig hadden er daarbij misbruiken plaats; er werd met geweld opgetreden tegen weerspannige Kanaken, die niet gezind waren, hun geboorteland te verlaten en het dolce far niente op te geven, waaraan ze bij zich te huis waren gewend. Het werd noodig, orde te stellen op die handelingen van zoogenaamde recruteering. Ik vervulde toen mijn kolonialen diensttijd op Nieuw-Caledonië.
Ik druk uwe vrouw de hand; zeg haar dat zij mij niet moet vergeten. Het zou al heel ongelukkig moeten loopen, zoo ik dezen zomer niet bij u kwam; wanneer echter, dat weet ik niet."
Doch ongelukkig is de toegang tot die landstreek, voor als nog , voor de vreemdelingen zoo goed als gesloten, en zal, om niet slechts met den landbouw, maar ook met de industriëele werkzaamheid van het japansche volk volledig kennis te maken, later tijd moeten worden afgewacht. Voorkomen der Japanneezen. Lichaamsbouw. Gelaatstrekken. Kleederdracht. Woning en huisraad. Levenswijze. Huiselijk leven.
Het was niet minder dan 2.30 M. lang van de punt van den muil tot die van den staart. Ongelukkig is dit laatste lichaamsdeel verbazend gezocht bij de zwarten als talisman, en er waren nog geen twee uren verloopen, of een tirailleur had den staart stilletjes afgesneden.
Het was toch verschrikkelijk, zoo ongelukkig als hij was. Niemand in de wereld was zóó ongelukkig als hij. Hij was geen mensch meer, maar een wonder. Hij begon zoo langzamerhand te begrijpen, wat het zeggen wou: geen mensch meer te zijn.
"Hoe zou je zooveel draden kunnen losvijlen, dat ik er uit kon komen. 't Is beter, dat je met dat werk ophoudt, en me met rust laat." "Slaap jij maar, en stoor je niet aan mij," antwoordde de jongen. "Ik kom van nacht niet klaar en ook morgen niet; maar ik wil toch probeeren je vrij te maken, eer je heelemaal voor goed ongelukkig ben."
Maar het was voor den jongen al even ongelukkig, op welke manier de ganzerik ook weggeraakt was, en hij ging dadelijk op weg om hem te zoeken. De mist beschermde hem, zoodat hij ongezien overal rond kon loopen, maar die belette hem ook te zien. Hij liep hard naar het zuiden, langs de kust, heel tot aan den vuurtoren en het mistkanon aan de uiterste spits van het eiland.
Zij waren als dappere ridders met het zwaard in de vuist gestorven." "Ach, wat zal die arme Adelheide zich ongelukkig en verlaten gevoeld hebben. Nu kon haar dappere Deodaar niet meer ter hulp snellen, als gevaren haar bedreigden. De dood maakte het hem onmogelijk, om aan zijn ridderwoord getrouw te blijven."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek