Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Er is, behalve onzedelijkheid en ongeloof, niets dat een grooter beletsel is voor de geestkracht der Kerk dan naar verhouding een groot aantal oude en zwakke dominees in werkelijken dienst. Want dit beteekent verouderde godgeleerdheid, verwaarloozing van de jongere leden, ontoegankelijkheid voor de nieuwere denkbeelden, en een eindeloos gekibbel.

In den grond is heel de strijd der sociaal-democratie evenals die der vrijzinnigheid niets anders dan een anti-christelijke strijd. Op den bodem van elke wetenschap ligt de Theologie, ook van de sociologische wetenschap. Het ongeloof is de wortel, waarop vrijzinnigheid en sociaal-democratie stoelen; revolutie, opstand tegen God en Zijn Gezalfde, is beider vrucht.

Intusschen vertelden de twee gidsen de geschiedenis van hunne ontmoeting. Het verhaal van de tocht over den Goenoeng Lawit werd ook thans met ongeloof en wantrouwen ontvangen. Blijkbaar heerschte onder deze menschen dezelfde vrees voor dat gebergte als onder de Kenjaoe's. Maar ook kwam Kees tot de overtuiging dat de Sibaoe's zonder eenigen twijfel ergens in 't Noorden een goeden weg kenden.

De gouverneur, wiens ongeloof ten opzichte van die magnetische verschijnselen, onomstootbaar was, schreef een briefje, waarin hij aan den eersten bewaker van het Presidio de noodige bevelen gaf, om den veroordeelden Carpena geheele vrijheid van handelen te geven, daarbij evenwel voegende, dat hij op een afstand moest gevolgd worden.

En men zou, by zúlk lyden, zich kunnen vermaken met het aanhooren van vertelsels over buffels en Javanen? Wat is een buffel in vergelyk met de zaligheid van Frits? Wat gaan my de zaken aan van die menschen in de verte, als ik vreezen moet dat Frits door zyn ongeloof myn eigen zaken zal bederven, en dat hy nooit een flink makelaar worden zal?

Vóór dien dag had ze altijd geleerd van "God den Vader" en van een "persoonlijken God", die de menschen had "geschapen naar zijn beeld ..." en van het laatste oordeel, den hemel, de hel.... En ze had zich een onbestemde, toch angstig-starre voorstelling gemaakt van een vreeslijk ouden, strafstrengen en rechtvaardigen grijsaard, die, ergens hoog in de wolken, op een troon zit, met een gulden staf en een heel langen witten baard, aldoor maar roerloos-recht vóór zich kijkend.... Daaraan te denken had haar dikwijls bonzend-bang gemaakt, en ook wel bedroefd voor al die arme, doode menschen, die door God met zijn staf waren teruggewezen, en daarom nu altijd, altijd branden moesten in de hel.... Ze had wel dikwijls vaag gevoeld dat ze 't eigenlijk niet goed gelooven kon..., maar nooit had ze in haar kinderziel flink-weg en hard-op durven denken aan dat ongeloof.... Toch was ze altijd heimelijk blijven hopen, dat er in-eens iets heerlijks met haar zou gebeuren, dat ze iets hooren of iets zien zou, waardoor al haar angsten en benauwingen zouden vervliegen tot droomen, tot niets.... En dat was gebeurd dien zomermorgen.... Een paar lichte woorden hadden 't gedaan.

Deze greep de gouden vaas en riep krachtiglijk: „Serpentina, Serpentina!” En toen nu de student Anselmus hoogelijk verblijd over den ondergang der verachtelijke vrouw, die hem in het verderf gestort had, den archivaris aanzag, was het wederom de koninklijk-hooge gestalte van den geestenvorst, die hem met onbeschrijflijke goedheid en waardigheid beschouwde. „Anselmus,” sprak de Koning der geesten, „niet gij, doch slechts een vijandig beginsel, dat vernielend in uw innerlijk trachtte door te dringen en u met uzelf in tweespalt te brengen, was oorzaak van uw ongeloof.

Het is nu niet een strijd tusschen kerk en staat, maar een krijg tusschen hen die gelooven en die niet gelooven. Wij moeten de godsdienstige gedachte zelve aanvallenDit is nu wat erg ruw, wat erg ronduit gezegd; maar het is niets nieuws. Het ongeloof als systeem is onverdraagzaam. En kan het vertroosten in den dood?

Het zou mij onmogelijk zijn de opeenvolgende gevoelens te schetsen, die professor Lidenbrock bezielden, zijn ontsteltenis, zijn ongeloof, zijn toorn! Nooit zag ik iemand eerst zoo verlegen, daarna zoo verbitterd. De vermoeienissen van den overtocht, de doorgestane gevaren, alles moest dus weder op nieuw beginnen. Wij waren achteruit in plaats van vooruit gegaan.

Miss Ophelia zou u liefhebben, als gij maar goed waart." Topsy liet den korten schamperen lach hooren, waarmede zij gewoon was ongeloof aan te duiden. "Denkt gij dat niet," zeide Eva. "Neen, zij kan mij niet uitstaan, omdat ik eene negerin ben! Zij zou even lief hebben dat eene padde haar aanraakte. Niemand kan negers liefhebben, en negers kunnen niets doen. Maar het kan mij niet schelen."

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek