United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, het ongeloof is een droom, En in de ontkenning is de leer en rijkdom des levens een droom, En de geheele wereld een droom. Komt mijn zon-gebruinde kinderen, Volgt mij nu in dichte drommen, houdt Uw wapens blank en vaardig, Hebt gij allen Uw pistolen? Hebt ge Uw scherpgewette bijlen? Pioniers! O Pioniers!

Ik was weldra zeker, dat ik dien man, met dat olijfkleurige gelaat, dat hooge, smalle voorhoofd en dien bruinen gelapten tabberd van saai meer gezien had, maar nooit te voren had ik acht gegeven op de zwarte en levendige oogen, die op het hooren mijner taal een kluchtige uitdrukking van ongeloof aannamen, terwijl zijn dunne lippen zich vertrokken tot iets dat op een glimlach geleek.

Het is de boom van Thor, den machtigen God der wraak. Ik heb hem de wreedheid en de boosheid der Isegrims geklaagd. Hij zal u bijstaan en u de overwinning geven." "Gij meent het, Balderik?" mompelde Burchard met eenen glim van ongeloof. "Ik ben er zeker van. Wilt gij dat ik de Runen voor u werpe?"

Maar telkens verlaat hij haar in arren moede, als hij stuit op het ongeloof van haar, die in hem geen zakenman ziet. Als de zaak echter verloren is, dan komt Bera hem te gemoet, en nu wordt Faste dichter. Het klinkt als een sprookje en toch is het werkelijkheid. Ook de mislukte zakenman Jonas Lie is dichter geworden, en niet zonder den bijstand van Thomasine.

Wat gelooft toch eigenlijk een »ongeloovige«? Als gij het hem vraagt, dan zegt hij waarschijnlijk, precies als mijn zeeuwsche meneer in den trein: »ik geloof heelemaal nietsWant hij wil zijn geloof voor wetenschap laten doorgaan. Maar dat gelukt hem niet. Zijn ongeloof is ook een geloof. Hier hebt gij artikel I van zijn geloofsbelijdenis.

Dikwijls dwaalde zijn oog onrustig over het geel geworden perkament, waarop het levende woord Gods geschreven stond, en ofschoon zijn kinderlijk deemoedig hart zich onderwierp en smartelijk uitriep: "Ik geloof, Heer, sta mij bij in mijn ongeloof!" zoo toch omzweefden hem dikwijls hoonend de scheppingen van zijn onrustigen geest en de pijnigende gestalten van den verderfelijken twijfel, die zijn ziel tot het tooneel van een smartelijke worsteling maakten.

En aan bedrog meedoen, dat willen ze niet; ook niet aan zelfbedrog. Nu zou ik die eerlijke twijfelaars wel eens gaarne een dienst bewijzen; juist die eerlijke twijfelaars. En ik zou willen beginnen met een heel eenvoudige vraag. Wij hooren nog wel eens luid verzekeren: »geloof is bijgeloofMaar wat is ongeloof?

Hij was van natuur geen wreed of hardvochtig mensch, maar met eene van natuur koude geaardheid, en met een verheven, schoon verkeerd begrip van plicht, was zijn hart langzamerhand verhard geworden door zijn kloosterleven, door de hooge macht, welke hij uitoefende en door de gewaande noodzakelijkheid om het ongeloof ten onder te brengen, en de ketterij uit te roeien, welke verplichting naar hij meende, bijzonder op hem rustte.

En, zelfs onder dat ongeloof en kleingeloof door, Christus in u toch in het verborgene den wortel van den stam uw levens besproeiende. o, Dat is het zalige. Bij wien het zoo is, dien dorst niet meer in der eeuwigheid. En uwe glasvensteren zal Ik kristallijnen maken, en uwe poorten van robijnsteenen, en uwe gansche landpale van aangename steenen. Jes. 54:12.

"Zeer juist, mijn jongen vriend; dat is hun eigen onboetvaardigheid en ongeloof," herhaalde de proost tevreden; hij wilde nu het leerboek verlaten en een van zijn theologische uitstapjes ondernemen om recht met zijn beste aannemeling te schitteren: "Blijkt eens menschen ongeloof altijd in booze, goddelooze handelingen?" "Neen, niet altijd," antwoordde Abraham zonder op te zien.