Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
"Hebt ge dan nooit tijd voor uzelve?" "O, ja, soms wel, en dan ga ik in mijn bootje varen, of ik lees, en dan gevoel ik mij bijna gelukkig. 't Is eigenlijk zeer verkeerd en ondankbaar van mij dat ik zoo spreek. Ik heb meer voorrechten dan negen tienden van de wereld, en die behoorde ik mij ten nutte te maken.
Dan werd ze soms boos op zichzelf, verweet zich dat zij schandelijk ondankbaar was bij al het goede, dat haar tegenwoordig leven toch ook had en werd dan weer overmand door een hartstochtelijk verlangen naar haar grootmoeder, door een vurig snakken ook naar één dag, één uur in de stilte en de schoonheid der natuur.
»Melancoliek, vader! hoe komt het in u op dat lied somber te vinden, mij stemt het altijd zoo recht vroolijk." »Misschien wel omdat het u herinnert aan dien recht vroolijken tijd toen gij pianolessen moest geven, opdat wij geen honger zouden lijden." »Honger lijden! foei, vader! dat is nu ondankbaar, zelfs van onzen ergsten tijd kunnen wij met volle waarheid roemen: ons heeft niets ontbroken.
»De Uitlander is gekomen als de gast van den Transvaalschen Boer," antwoordde Lena, »en heeft zich nedergezet aan zijn gastvrijen haard. En nu vind ik het hoogst ongepast en zeer ondankbaar van den gast, dat hij eischen gaat stellen en dreigingen laat hooren, want hij is slechts de gast en niet de heer van het huis."
Doch het was een ondankbaar werk, want niets laat zich moeilijker weergeven, dan een overgang, die, hoe langzaam ook zich bewerkstelligend, telkens weder nieuwe schoonheden openbaart. De boot, waarmee ik naar Noorwegen zou reizen, de Hadsel, voer iederen Zaterdag, tusschen 29 Juni en 20 Juli, naar Narvik.
De jonkvrouw antwoordde echter: »Gij hebt mij reeds vele bewijzen gegeven van uw oprechte liefde, maar nu toont gij mij die duidelijker dan ooit door uw groote bezorgdheid voor mij; daarom zou het ondankbaar van mij zijn, wanneer ik niet met u medeging om uw gevangenschap te deelen. Ik wil met u gaan; als gij in slavernij moet leven, wil ik het ook doen.«
"Ik heb u miskend; vergeef het mij. Beschik over ons lot: wij volgen u." Disdir leidde de jonkvrouwen over den donkeren neerhof. Hier voelde Dakerlia dat de hand van Disdir gloeide en hij hare hand koortsig drukte. Zij poogde zachtjes zich los te rukken; maar hij hield haar vast totdat hij de bende wapenknechten had bereikt. "Ho, Dakerlia, Dakerlia, gij zijt ondankbaar en wreed!" gromde hij.
Voor een Prins, die even onverstandig als losbandig is, die een even ondankbaar meester schijnt te willen wezen, als hij reeds getoond heeft, een oproerige zoon en een ontaarde broeder te zijn. Maar ook hij is slechts één mijner werktuigen, en hoe trotsch hij ook zij, zal hij dat spoedig ondervinden, als hij zich voorstelt zijn belangen van de mijne te kunnen scheiden."
"Maar," zei Ivanhoe ernstig, "mijne eer is er mede gemoeid, om uw vader deze som te betalen." "Volg uw eigen zin," zei Rebekka, "als acht dagen verloopen zijn; maar denk nu, bid ik u, aan niets, en spreek van niets, dat uwe herstelling zou kunnen vertragen." "Het zij zoo, meisje," hernam Ivanhoe; "het zou zeer ondankbaar zijn, mij tegen uwe verordeningen te verzetten.
"Ik heb een ondankbaar vaderland verloren, maar ik heb niet de macht verloren, u diensten te bewijzen, als gij naar mij wilt luisteren."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek