United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de kleermaker dat hoorde, schrikte hij en begreep, dat hij zijn drie zoons onschuldig verstooten had. »Wacht maar, ondankbaar schepselriep hij, »wegjagen alléén is geen straf genoeg, ik zal je zóó teekenen, dat je je bij geen eerlijken kleermaker meer kunt laten zienen in een vaart liep hij de trap op, haalde zijn scheermes, zeepte de geit haar kop in en schoor dien zoo glad als zijn vlakke hand.

»Maar gij, vrouwen, zijt een ondankbaar volkje, dat onze goedheid niet verdient." »Vergeet niet, dat gij tot een meisje van goeden huize spreekt." »Dat weet ik maar al te goed, mijn lammetje! Uw vader was een magiër, en uwe moeder de dochter van een magiër.

's Konings vertrouweling komt eischen dat het offer nu spoedig plaats vinde. Arkas zal verlof vragen, maar herinnert nog eens aan Thoas' aanzoek, haar ernstig radend den koning, die haar zoo lang gespaard heeft, niet ondankbaar te zijn. Nu voelt ze de noodzakelijkheid, den koning voor te liegen, als een nieuwen vloek, en ze smeekt de goden: "Redt mij, En redt Uw beeltenis in mijne ziel!"

Ongelukkige! hebben wij dat aan je verdiend!? Het loon voor zóóveel zorg en liefde. Ons kind onteerd op de schandelijkste wijs, in een zonde die God het zwaarste straft. Hij wil dat ik oude man zwaar beproefd word. Maar jij bent behalve aan Hem, mij rekenschap schuldig van je ondankbaar, snood gedrag. Je bent verleid, máár je was geen kind meer!

Toen ging ik, terwijl Brecht in huis klungelde, de tafel dekken. Brecht eet met ons, want het is zuster Brechtje, moet je weten, Letje. Hetgeen hij jankte, geleek veel meer naar het morrend gegnor van ondankbaar vee, dan naar de zuchten van een bewogen hart, 'tgeen zijnen God looft.

Ik hoû zooveel van je, al zie je dat misschien niet zoo in, en al doe ik het op mijn manier ... O, ik weet het wel: je vindt me soms bijna ondankbaar. Maar je kent me niet; ik hoû zielsveel van je, ik heb van mijn vader, van eene vrouw, van mezelven, van wat ook, nooit zóo gehouden als ik van jou hoû. Ik zoû iets voor je over kunnen hebben, en dat is veel gezegd voor mij.

En dat is? Verscheidene flesschen met spiritus en verschillende soorten lint- en dauwwormen, waaraan ik zeer veel aardigheid heb. Maar ik gun ze u van harte! Ik moet u daarvoor danken, want die flesschen zouden mij op reis veel te lastig zijn. Dat spijt me, maar ik wil u toch toonen dat ik niet ondankbaar ben. Ik zal u het liefste geven, wat ik bezit: een skelet.

Hoe kunt gij dat weten, Jan? Mijnheer Sergius is een goed mensch en zeker niet ondankbaar. Niet ik heb zijn leven gered, maar gij met de anderen, want wanneer ik het geluk niet gehad had u te ontmoeten, wat had ik dan voor hem kunnen doen? Dat hij dus leeft, dankt hij uwe moeder en u allen. Denkt gij dat mijnheer Sergius dat ooit zal vergeten?

Naar ik gehoord heb, is hij zeer ontstemd; want bij had dien Ibarra met gunsten overladen." "Met gunsten overladen!" herhaalde de magere, zich woest waaierend. "Kijk nu toch ereis aan hoe ondankbaar die inlanders zijn! Kan je ze dan nog wel als menschen behandelen? Jezus!" "En weet u wat ik gehoord heb?" vroeg de éénarmige. "Komaan! Wat is 't? Wat zegt men?"