Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Een eenoogige dienstmaagd kwam opendoen. Uilenspiegel zag dat zij oud, lang, mager en norsch was. Sanginne, sprak Lamme tot haar, wilt gij dezen jongen man om u te helpen in uw werk? Ik zal hem probeeren, sprak zij. Neem hem, sprak hij, en laat hem de lekkernijen van uwe keuken proeven. Sanginne bracht toen drie zwarte pensen, eene pint kuite en eene homp brood.

Zijn woede nam den vorm aan van een norsch zwijgen, en den geheelen middag liep hij over de kampanje te ijsberen, of leunde tegen het want te loevert. Toen de nacht viel ging hij vóór den wind liggen, zonder McCoy's raad in te winnen, en stevende naar het noordwesten.

Op dit oogenblik kwam Legree naar de deur kuieren, keek met een norsch gezicht en geveinsde onverschilligheid binnen en keerde zich weder om. "Die oude satan!" zeide George in zijne verontwaardiging. "Het is een troost, te denken dat de duivel hem eens hiervoor betalen zal." "O neen zoo niet!" zeide Tom, zijne hand drukkende. "Hij is een arm, ellendig schepsel.

Kin en bovenhoofd had ze, als bij een gekwetste, in doeken gewonden, aan haar voeten graaide een kind over den vloer van gebakken steenen en spartelde met de naakt-blozende beentjes in de lucht. Verderop verliet een Moor zijn huis, overstappend het drempeltje, neêrbukkend uit het lage kozijn, met een verstoord kijken ging hij norsch voort.

Alleen één heiligdom was ontwijd de kuischheid van het gemoed haars kinds. De zoo zichtbaar gezegende bezoeken werden telkens hervat, want de Fransche schilder betaalde ruim. Wel was het eene vermoeiende taak voor de reeds bejaarde moeder, die herhaalde tochten naar de stad te doen. En dan was de dochter nog norsch en stug. Wat prevelt gij toch, moeder?

Het is de koopman Bodé Volckers, die zich reeds maanden lang in Delft ophoudt, om den prins van Oranje te smeeken, zijn dochter te redden. "Dat ben ik niet," fluistert Guy, en voegt er norsch aan toe: "Houd op met dat klappertanden, totdat gij mij hebt aangehoord," en Niklaas' arm nemend, brengt hij hem naar een afzonderlijk vertrek.

"Gij schijnt ziek, of droevig, of zoo iets te wezen," zeide Tom. "Ik ben niet ziek," antwoordde de vrouw kortaf. "Ik wenschte," zeide Tom, haar ernstig aanziende, "ik wenschte dat ik u kon overhalen om het drinken te laten. Weet gij niet dat het uw verderf zal zijn, naar ziel en lichaam?" "Ik weet wel dat ik naar de hel ga," zeide de oude vrouw norsch. "Gij behoeft mij dat niet te zeggen.

Waarlijk, alleen een norsch en triestig bijgeloof verzet zich tegen Blijheid. Waarom toch zou het gepaster zijn honger en dorst te stillen dan neerslachtigheid te verdrijven? Integendeel, hoe dieper Blijheid wij gevoelen, tot hoe grooter volmaaktheid gaan wij over, d.w.z. hoemeer zullen wij deel krijgen aan den goddelijken aard.

Maar zijn stok hield hij opgeheven, want hij dacht niet anders, of hij had met een aanrander te doen. Flipsen sprong van achter zijn boom te voorschijn. "Wie ben je, en waarheen ga je?" vroeg hij op bevelenden toon. "O, Flipsen, ben jij het?" vroeg de man van de hondenkar. "Kerel, is me dat laten schrikken. Ik dacht waarlijk met..." "'t Doet er niet toe, wat jij denkt," viel Flipsen norsch in.

Zonder dat er iets belangrijks voorviel, bereikten wij genoemd eiland. Ik had met leedwezen opgemerkt, dat de tweede stuurman, Peleg Oswald geheeten, een norsch, woest en twistziek man was, en dat, hoewel de kapitein Peters en de eerste stuurman Methusalem Salomon mij steeds met onderscheiding behandelden, hij niet de minste welwillendheid voor mij aan den dag legde.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek