Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


't Is aanvankelijk nog door de morgennevelen omsluierd, maar allengs treden hooge bergen daaruit te voorschijn en hoemeer wij naderen, des te krachtiger teekenen zij zich boven de optrekkende dampen af. De zon breekt door, wij mogen ze "begroeten met liefde en lust."

Hoemeer dingen de Geest met de tweede of derde soort van kennis begrijpt, hoe minder hij zelf van slechte aandoeningen te lijden heeft en hoe minder hij den dood vreest. Bewijs. St. St. XXIX en XXIII v.d. St. Hoemeer dingen dus de Geest begrijpt met de tweede en derde soort van kennis, hoe grooter deel van hem ongedeerd blijft en bijgevolg hoe minder hij van zijn aandoeningen heeft te lijden enz.

Hoemeer wij er daarom naar streven, volgens leiding der Rede te leven, hoe minder wij op verwachtingen zullen bouwen en hoe meer wij ook zullen trachten ons van Vrees te bevrijden, het geluk zooveel mogelijk te beheerschen en onze handelingen te richten naar den veiligen raad der Rede. Stelling XLVIII. De aandoeningen van Overschatting en Geringschatting zijn steeds slecht. Bewijs. St.

Dit is het wat hem kwelt: hoemeer deze schipper zijn vaart bespoedigt, zoo dichter nabij den kolk wordt hij gedreven, waarin elk vaartuig vergaat. Juist het tegenovergestelde van wat hij wenscht bereikt hij; het licht waarnaar hij versmacht blijkt duisternis.

Wel merk ik in het algemeen nog op dat, naarmate eenig Lichaam geschikter dan andere is om velerlei tegelijk te doen of te ondergaan, ook zijn Geest geschikter dan andere zijn zal om velerlei tegelijk in zich op te nemen; en dat hoemeer de verrichtingen van eenig lichaam van dit lichaam alleen afhangen en hoe minder andere lichamen tot zijn verrichtingen medewerken, hoe beter ook zijn geest in staat zal zijn helder te begrijpen.

Waarlijk, alleen een norsch en triestig bijgeloof verzet zich tegen Blijheid. Waarom toch zou het gepaster zijn honger en dorst te stillen dan neerslachtigheid te verdrijven? Integendeel, hoe dieper Blijheid wij gevoelen, tot hoe grooter volmaaktheid gaan wij over, d.w.z. hoemeer zullen wij deel krijgen aan den goddelijken aard.

Want, aangezien bestaan kunnen een teeken van macht is, volgt hieruit dat hoemeer werkelijkheid aan een of andere zaak toekomt, des te meer vermogen zij in zichzelf heeft om te kunnen bestaan. Derhalve moet ook het volstrekt oneindige wezen, ofwel God, in zichzelf een volstrekt oneindig vermogen hebben om te bestaan en moet hij dus ook onvermijdelijk bestaan.

Hoewel het blijkbaar langen tijd in het zand had gelegen, en daardoor voortdurend was blootgesteld aan de atmospheer, terwijl het water het bespoelde en tegen de rotsen schuurde, had het een opvallenden glans en kleur en hoemeer men het opwreef, hoe mooier het werd.

H.t.b.w. Opmerking: Wij kunnen thans begrijpen wat ik in Opmerking St. XXXIX D. IV reeds aanstipte en wat ik beloofde in dit Deel nader te zullen uiteen zetten: dat namelijk de dood te minder schadelijk is, hoe helderder en duidelijker de kennis is welke de Geest bezit, en bijgevolg hoemeer de Geest God liefheeft. St. XXVII v.d. XXI v.d. Doch hierover straks meer. Stelling XXXIX.

Want hoemeer een denkend iets denken kan, hoe meer werkelijkheid of volmaaktheid het naar ons begrip moet bezitten. Derhalve moet een wezen, dat oneindig veel dingen op oneindig vele wijzen kan denken, noodzakelijk ook in denkvermogen oneindig zijn. Def. Stelling II. De Uitgebreidheid is een attribuut Gods, ofwel God is iets uitgebreids. Bewijs.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek