United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geraakte zij niet buiten haarzelve van verrukking, toen zij u mijnen naam hoorde noemen?" "Neen, volstrekt niet," antwoordde Sancho. "Zij stond midden in het dichtste stof en stak wat den gek met mijne tijding van u.

Wellicht zoû een mooie liefde zich in zijn leven weven, hem louteren, hem beschermen voor de zonden, die reeds in geest en lichaam woelden: vreemde, onzegbare zonden, die bekoring en subtiliteit ontleenden aan dat onzegbare. Misschien zoû de wreede trek om dien fijnen mond eens verdwijnen, zoû hij de wereld Basil Halwards meesterstuk te zien geven. Neen, dat was toch onmogelijk.

"Het schijnt dat hij, meer dan anderen, door zijnen raad schuld heeft aan den moord, alhoewel hij, uit list misschien, zich op het beslissend oogenblik afwezig maakte. Hebben wij nog niet genoeg aan Burchard? Waarom eenen zijner medeplichtigen aan het hoofd onzer mannen stellen? Het is gevaarlijk." "Neen, broeder, gij bedriegt u.

De vloer en de wanden van haar kapel waren versierd met witte amandelbloemen en zij zelf had beneden op het altaar gestaan, groot en donker, omgeven door de verblindend witte bloemenpracht. Maar toen donna Micaela het beeld gezien had, was ze in vertwijfeling geraakt. Want dat beeld stelde geen Madonna voor. Neen, degene, tot wie zij gebeden had, was geen Madonna. O, wat een ramp, wat een ramp!

Neen, ik bezat hier geen thuis; ik was hier de vreemdeling, bijna de banneling; maar zij had wèl een thuis, een heerlijk home dat ik weldra zou mogen zien; en ik droomde dat dat heerlijk home nu ook mijn home was en dat haar rijtuig met de mooie schimmels vóór de deur van 't kroegje stond, om mij bij haar, in haar schoone armen, naar huis te voeren.

Neen, moe, nooit al had ik broodsgebrek!" »Pas op de zakkenrollers in de groote stad!" sprak zij half lachend, half in ernst; »draag het altijd aan dit kettingje van mijn haar, dat ik in stilte voor u heb laten maken."

Neen! zoo ik eene zonde begaan heb door haar hier op te nemen, dan was het door het dwaalbegrip, dat ik op deze wijze de dwaze liefde van onzen broeder voor deze Jodin kon verijdelen, welke mij zoo hartstochtelijk en onnatuurlijk voorkwam, dat ik ze niet anders dan als een soort van krankzinnigheid moest beschouwen, die eerder medelijden dan berisping verdiende.

"Neen," was het antwoord, "ik geloof niet, dat wij het tweemaal hebben gegeten in het jaar, dat ik bij hem woon." "Zeer goed, schrijf op griffier, dat er bij Samuel Simon nooit varkensvleesch wordt gegeten. Daarentegen eet men er zeker soms wel lamsvleesch, nietwaar?" "Ja, dat gebeurt nog al eens," zei de jongen. "Ik herinner mij, dat wij het met de laatste Paschen nog hebben gehad."

De mist had hem zoo soezig in 't hoofd gemaakt, dat hij op de groote Wei den heelen dag had rondgeloopen. De jongen sloeg in zijn blijdschap de armen om zijn hals, en smeekte hem voorzichtig te zijn en niet van de anderen weg te gaan. En dat beloofde hij stellig, nooit meer te doen. Neen, nooit meer!

"Ook geen nokken van monumenten," antwoordde Phil Evans. "Niets, niets!" "Wat! Zelfs geen scheepsmast, geen vlaggestok, geen kerktoren?" "Neen." "Geen fabrieksschoorsteen?" "Neen." "Wat ziet ge dan?" "Niets! Niets dan de ijle ruimte!" In dit oogenblik ging de deur der cel open en een man verscheen op den drempel. Het was Robur.