Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Zijn zuur gezicht was als de nurksche brommigheid verpersoonlijkt en hij grijnsde en mopperde aanhoudend binnensmonds, terwijl hij af en toe zijn hoofd schudde en zuchtte, als wilde hij beduiden dat de narigheid ten top gestegen was en dat de wereld nu wel eindelijk zou vergaan. Dagen en weken waren verloopen, dagen en weken vol droefheid en angst.
De dokter werd gehaald en moeder bleef voorloopig op de hoeve. Ook Rozeke's oudste broeder nam er tijdelijk zijn intrek om alles voor de begrafenis te regelen. Het was nog een geluk voor Rozeke dat zij van al die narigheid niets merken kon; en een geluk was 't ook dat 't derde kind er nu niet komen zou. Alles werd in stilte volbracht terwijl zij, zwaar ziek, met hooge koorts te bed lag.
En dan Cornelia, die zich wel groot houdt, maar toch ook onder een hoedje te vangen is! En Jan, die aan niets denkt dan aan zijne Kayette! En Sander en Napoleona, wier gezicht meer naar schreien dan naar lachen staat, als zij aan het afscheid denken! Wat moet er, met al die narigheid, van ons terecht komen? Per slot van rekening is Kruidnagel de eenige die de eer van den troep moet ophouden!
De baker en de dokter zeiden allebei, dat die moeder van hem op den weg naar het huis pijn en narigheid had uitgestaan, waar elke fatsoenlijke vrouw al weken te voren aan gestorven zou zijn.« Toen Mr.
"Ik dacht niet dat de zaak me zooveel narigheid zou bezorgen", mompelde Padre Dámaso op huilerigen toon. "Maar van twee kwaden dan maar 't minste." En zijn stem verheffende, trad hij op Linares toe, en zeide: "Kom hier, m'n jongen, laten we 's met Santiago gaan praten." Linares verbleekte, en liet zich door den geestelijke, die in gedachten verzonken voortliep, meetrekken.
Men houdt zich in zulke gevallen veel te veel met zichzelf bezig, vergroot de zorgen voor de toekomst en denkt aan allerlei narigheid. Den vijfden dag verliet ik het gastvrije dorp, om de vermoedelijke ankerplaats der boot te bereiken. In den regen volgde ik den weg hoog door de bergen.
"Naar de provincie Tabayas," antwoordde deze achteloos. "Wie 't ook erg spijten zal is Maria, wanneer ze 't hoort", zeide Capitán Tiago. "ze houdt van hem, alsof 't haar vader was." Fray Salvi keek hem schuin aan. "Ik geloof, pater", ging Capitán Tiago voort, "dat deze heele ziekte komt van de narigheid die ze op den feestdag gehad heeft."
Men haalde zwaar adem. Het was er warm, en er hing een bizonder menschelijk luchtje. Doch de prediker was wel al die narigheid waard. Zijn preek kostte aan 't dorp twee-honderd-vijftig peso's. De oude Tasio had gezegd: "Twee-honderd-vijftig peso's voor een preek! Een man en een heer!
Schuw had zij opgeloensd in haar verlegenheid; zij had gezien, dat de dokter één grijs oog had en één bruin.... Dit leek haar zoo buitengewoon komiek, dat over al haar narigheid en ziekvoelen heen, dat zenuwachtige, zotte lachertje toch uitgebroken was.
Als een pacha had hij in zijn dorp geleefd en niemand had er ooit iets van gemerkt, evenmin als er ooit iemand argwaan kreeg over zijn kleine, sluwe handelsknoeierijtjes, en daar genoot hij nu nog van met heimelijk-ondeugende napret; daar smulde hij van in zichzelf, nu voor 't laatst nog, ondanks al de narigheid van een toestand, die er meteen een einde aan zou maken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek