United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vooral Fransche reizigers, die in de achttiende eeuw Amsterdam bezochten en op de "Voetboogdoelen" tegen den breeden schoorsteen het stuk gingen zien, stonden er vast op, dat het de ommegang van de nachtwacht was. Langzamerhand hebben onze voorouders zich daarbij neergelegd.

Hoe weinigen hooren het uur van middernacht. Wie bekommert zich om het beetje stof, dat van de muren valt? Wie denkt er aan, dat elk uur een stofdeel van uw eigen heerlijkheid schudt? Zorgelooze mensch! ge voelt het niet. Morgen vroeg ziet ge in den spiegel en vindt uw aangezicht onveranderd, evenals den kerktoren vóór u, en toch valt er stof bij elken klokslag! De nachtwacht hoort de torenklok.

Uilenspiegel vervolgde zijne rede en sprak: Gij zijt hier allen in onze macht; 't is donker, de nacht is gevallen, wij zijn hier dicht bij de Leie, in dewelke men lichtelijk verdrinkt, vooral als men daartoe door flinke gasten wordt geholpen. De poorten van Kortrijk zijn lang reeds gesloten. Als de nachtwacht het gedruisch gehoord heeft, zal zij zich niet verroeren, want zij is er te lui voor.

Er is een groote psychische en technische afstand tusschen het schilderen van de Nachtwacht en van de Staalmeesters, maar toch is het visionair en innerlijk vermogen van een Rembrandt volstrekt essenciëel en niet iets nieuws brengends geweest toen. Ik geloof, permiteer mij den overgang, dat ik onbewust in mijn natuur altijd mijzelf trouw ben gebleven.

"En ondanks dat, of liever nog, juist daarom," begon monsieur Crépieux te leeraren, "is men hier zekerder dan in de straten van Parijs." De nachtwacht, weêr in zijn huid heelemaal gedoken, duisterde als een schaduw weg, de zonstraat in.

"Ge moogt het wel dichtbij bezien," vertaalde de waard, "en 't in uw hand nemen, zegt hij." "Geef den man nog maar een borrel, Antonio," lachte Johan, die den nachtwacht als een opgewonden mechaniek met zijn hoofd snel van ja zag staan knikken.

Op deze woorden stiet de Geest wederom een kreet uit en rammelde zoo vreeselijk met zijn keten in de stilte van den nacht, dat de nachtwacht volkomen gerechtigd zou zijn geweest er proces-verbaal van op te maken wegens burengerucht.

Hij wordt gevolgd door een catechisant, die iederen avond een kwartier les krijgt, en door drie van de oudste kostgangers, die vragen komen doen over het engelsche opstel voor den volgenden dag, en het allerlaatst komt de nachtwacht om te melden, dat, daar er roovers buiten zijn, er bijzondere maatregelen moeten worden genomen voor de bewaking; doch hij denkt, dat, als ik hem een nieuw pistool en wat patronen geef, alles wel veilig zal zijn.

Middelerwijl naderden Uncle Prudent en zijn secretaris de hut van Frycollin; toen bleef Phil Evans plotseling stilstaan en fluisterde: "De nachtwacht." Inderdaad, een man lag daar bij de roef uitgestrekt op den grond. Als hij sliep, dan kon dat maar zeer licht zijn. De vlucht werd onmogelijk, wanneer deze alarm maakte.

En wat er zoo al 's avonds en 's nachts gebeurt: nu, daar weet hij van mee te praten! Maar dat is het niet, wat ons belang inboezemt: wij willen de geschiedenis van Kaysersberg vernemen: en onze nachtwacht zal ons die geschiedenis vertellen, zoo goed als een boek.