United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Slaan we nogmaals een blik op de "Les" naast de "Staalmeesters", dan valt ons ook in de gezichten iets op. Op het eene trekken de blanke, hooge en breede voorhoofden, de in verlichte vleeschkleur geschilderde wangen, en op het andere de oogen, de neuzen en de monden de aandacht.

Treffend is het in dit opzicht, dat hij voor de gelijkenis van de geneesheerlijke koppen alle voorhoofden noodig achtte, en ze ieder met zijne eigenaardigheden schilderde, terwijl hij ze bij de staalmeesters, op eene enkele uitzondering na, onder de hoeden wegstopte, als niet terzake dienende.

Voegde hij de leden van het Korporaalschap nog zóó samen, dat de schilderij er uitzag, alsof ze eene beroemde gebeurtenis voorstelde, de Staalmeesters kruipen maar heel gewoon bij elkaar, zooals ze dagelijks in hun beroep bij elkaar zitten. Het stuk stelt niets voor. Het is een portretstuk, zonder meer.

Ook dit beantwoordt aan de werkelijkheid. Alleen dit kantlijntje zou reeds duidelijk genoeg zeggen, dat het bovenste deel van den achterwand gepleisterde steen is. Door acht te geven op dat, wat in het Muiderslot ontbreekt, worden we gewaar, wat eene goede eigenschap is van de "Staalmeesters". Het is een interieur. We zeggen niet: "het moet er wel een wezen"; het is er een.

Voor het overige moeten we van kleurbeschouwing afzien, en ons voornemen, om in het Rijksmuseum de schade in te halen. Wat er van de Staalmeesters in een zwarten afdruk overblijft, is echter niet zoo gering, of het zal ons duidelijk worden, dat we hier te doen hebben met een onsterfelijk gedenkteeken.

Er is een groote psychische en technische afstand tusschen het schilderen van de Nachtwacht en van de Staalmeesters, maar toch is het visionair en innerlijk vermogen van een Rembrandt volstrekt essenciëel en niet iets nieuws brengends geweest toen. Ik geloof, permiteer mij den overgang, dat ik onbewust in mijn natuur altijd mijzelf trouw ben gebleven.

In 1632 stonden al de koppen, ofschoon kunstig bijeengeschikt, als afzonderlijke portretten tegen een donkeren grond; in 1661 steken ze zoo blank en rond niet af, maar worden in het interieur opgenomen. Dat de Staalmeesters een portret is, wordt in het geheel niet verbloemd immers, het heeft niet den schijn van eene gebeurtenis.

Er is geen samenhang tusschen de twee. De teekenaar was bang, dat we geen steen van hout zouden onderscheiden en maakte de verschillen veel te duidelijk. De achterwand valt uit elkaar. Ook schijnt hij zich heel ver achter het schilderijtje boven de kast te bevinden. Achter de heeren Staalmeesters zien we hout en steen in bijna dezelfde tint. Het verschil is gering.

De Les doet wel, alsof ze een voorval is, en toch denken we dadelijk: die heeren zijn uitgeportretteerd. De Staalmeesters staan of zitten voor ons, alsof we hen in het werkelijke leven onverwachts overvielen. De schilder heeft hen zoo weten te treffen, dat we niet zeggen: kijk, die zijn er voor gaan zitten om er goed op te komen. En toch zijn ze dat juist wel.

Met de baardjes en kneveltjes kon hij dit moeilijk doen; maar toch worden ook deze minder op den voorgrond gebracht dan in 1631. Van knevels en baarden gesproken, het prentje "Evertsen voor de Staten van Zeeland", eene historieplaat van een negentiendeeuwschen teekenaar, geeft figuren uit hetzelfde tijdvak als Rembrandts Staalmeesters.