United States or Switzerland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Soms ook duidt het aan, dat men voortdurend bezigheid zoekt, in plaats van ledig te zitten. Zoo traag deze jongen is, zoo ~naarstig~ is zijn zuster. Dat meisje is een ~naarstig~ kind; zij zit daar al weer te breien. ~Nijver~ wijst aan, dat men aanhoudend en met overleg werkt, om de vruchten van zijn arbeid te kunnen plukken.

Zy leest veel, en in verscheidene talen; heeft de Waereld gezien; speelt keurlyk op 't Clavier; is zindelyk over haar huishouden, naarstig; modieus, doch niet opzichtig gekleedt; een weinig gekapt, wel te vreden met ons, zo als wy met haar. Gezelschappen heb ik hier nog niet gezien. Juffrouw Letje is een lief vriendelyk meisje, niet zoo levendig als ik: zy zucht meermaal; waarom weet ik nog niet.

Bij ~ijverig~ denkt men aan de opgewektheid en volharding, soms zelfs aan de vurigheid, waarmee men werkt. Een ~ijverig~ leerling tracht ook de moeilijkste les te leeren. ~Naarstig~ komt weinig meer voor; men zegt het vooral nog van kinderen, die niet speelsch zijn, maar hun goeden wil en oplettendheid toonen, om het opgegeven werk naar behooren af te maken.

"Ja, "mits gij braaf oppast en naarstig leert," zooals de jongetjes in het A-B-C-boekje," zei Meta glimlachend. "Ik zal mijn best doen." "Dan mag je komen, en zal ik je leeren breien, zooals de Schotten; er is nu juist behoefte aan sokken," zei Jo, terwijl ze met de hare als een blauwe, gebreide banier tot afscheid wuifde.

Heden is in den ouderdom van 80 jaren mijn grootvader in zijn Heer en Heiland zacht en kalm . Die plant zal wel ; je hebt haar niet goed behandeld. Deze dichter is reeds op 25-jarigen leeftijd . Zalig zijn de dooden, die in den Heer . Vlijtig ijverig naarstig nijver. Deze woorden duiden aan, dat men zich inspant om een of ander werk tot stand te brengen.

Men arbeidde nu een geruimen tijd naarstig in de werkplaats, maar er kwam geen schijntje goud Voor den dag. Balbinus kreeg op zijn vraag hoe 't er toch mee stond, van den alchemist ten antwoord, dat hem in zijn heele leven nog nooit iets dergelijks was overkomen, terwijl hij toch zooveel ondervinding van de kunst had. En evenmin kon hij met eenige zekerheid gissen, wat de reden toch wel kon zijn.

»'k Zou denken van neen .... ofschoon .... in de zee, en in heel diepe meren .... wie weet 't! Er is zoo véél dat we niet zien kunnen...." Dit stukje philosophie bracht beiden aan het mijmeren. Marieken stikte naarstig voort aan haar calotje; maar hare gedachten toefden in het visschershutje op de groene landtong.

Of ook, was hij geen geestverwant van den katholiseerenden Huig de Groot, toen hij, onder andere, 't volgend vers van hem in 1632 vertaalde: Zie naarstig van onze eeuw terug na de oude jaren!

Virgilius in zijne Georgica, Plinius en Columella verklaren ons op hunne manier den oorsprong en ontsluieren vele geheimen van het naarstig bijenvolkje. De volgende eeuwen leverden meerdere overzetters dezer Latijnsche schrijvers van het akkerwezen "Rei rusticae scriptores" in verschillende taal en stijl; allen echter bleven min of meer slaafsche navolgers hunner meesters.