United States or Hong Kong ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ghijselbrecht, uwen zoon?" herhaalde Rijkaard met eenen schertsenden glimlach. "Ik weet dat gij hem niet genegen zijt", zeide Tancmar, "maar bij bemint jonkver Placida en zij zou hem gewillig tot echtgenoot aanvaarden." "Is het daarom dat gij hare huwelijksbelofte met Sneloghe poogt te verbreken?" morde Van Woumen. "Ho, neen, spreken wij er niet meer van.

Op groote voordeelen kon echter ook Maurits zich niet beroemen, dewijl het hem, in weerwil van de dringende aanzoeken, door hem tot de Staten gericht, niet gelukte eenige noemenswaardige versterking te verkrijgen. In de noordelijke Nederlanden toch morde het volk reeds sinds lang over de ontzaglijke oorlogskosten; de zware belasting werd niet dan met grooten tegenzin betaald.

Zijne ooms erkenden de gegrondheid dezer bemerkingen en beloofden den zieke van niets te spreken. Alzoo zij nu door de gang traden, hoorden zij eensklaps op eenigen afstand bazuintonen hergalmen. "O! mijn God!" kreet Robrecht verschrikt, "daar komt men nu in deze straat het noodlottig besluit afkondigen. Mher Wulf zal het hooren. Wat schromelijke slag!" "De snoodaards!" morde de kastelein.

"Geef uw last over!" zei er een van; "wij zijn de ontvangers van het rijk, die ieder van zijn last verlichten." "Gij zoudt mij van den mijnen niet zoo gemakkelijk verlichten," morde Gurth, wiens norsche eerlijkheid zelfs niet door geweld kon gebogen worden, "als ik het maar in mijne macht had, u een paar slagen te geven om mij te redden."

"Aan zulk bedrog weiger ik deel te nemen", morde de veldheer "Men zal van mij niet verhalen dat ik, aan het hoofd van een machtig leger staande, vijftig ellendige vijanden door list en valschheid heb verrast en doen vermoorden!"

Uwe natuur is nog zeer onvolmaakt, en gij zult nog meer dan eens moeten herleven, vooraleer de eeuwige rust en het eeuwige geluk te bereiken." "Indien ik maar geen hond of varken moet worden, is het mij al gelijk, als ik slechts leef," morde de hovenier.

Zit neer: ik wil met u een ernstig onderhoud hebben." "Zit neer!" herhaalde hij met ongeduld. Zoohaast ik zijn bevel had gehoorzaamd, langde hij eene flesch en twee glazen uit eenen koffer. "Trek zulk afkeerig gezicht niet," morde hij. "Meent gij, dat ik u weder van het groene vocht wil doen drinken? Neen, ik bewaar dat sterke alsembitter om de koorts te genezen.

Hij meende, dat zijn macht eeuwig zou duren, zoo hij angst uitwierp. Hij roofde en moordde en brandde. Ja, hij was als een beest zoo wreed in het dooden, doch als een mensch deed hij doelloos lijden. Het volk morde. De mannen hielden hun oogen ternedergeslagen, zoo ze den ridder ontmoetten, maar geen der arme schobbejakken vergat het hoofd te ontblooten, ten teeken, dat ze hun haren kort droegen.

"Alweder toegevendheid en gebeden?" morde Robrecht; "kunnen wij dan niets meer dan smeeken? Gij weet, oom, hoe ik onzen graaf verkleefd was, ondanks het onrecht dat ons werd aangedaan. Vorst Karel had mijnen vader zaliger vereerd en bemind. Ik was hem daarvoor dankbaar. Nu moet ik die dankbaarheid in mijn hart versmachten.