Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Burchard Knap is genaderd en heeft hem met eenen enkelen slag het hoofd gekloofd. Ingelram Van Eessen heeft den hofraadsheer Tancmar den schouder afgehakt; Isaac Van Eeninghe heeft den hofbottelier bij de poort der kerk vermoord...." "IJselijk, ijselijk!" morde Robrecht, de handen met wanhoop wringende. "Kent gij niet mher Disdir Vos?" vroeg hij. "Zeker, heer, ik ken hem wel."
"Ach, kapitein," smeekte ik, met de handen biddend te zaam gevouwen, "doe mij niet naar het hospitaal gaan; ik ben zeker, dat ik er zal sterven!" "Zinnelooze droomer!" morde hij, "ik geloof inderdaad, dat gij de waarheid zegt! Kom aan, schep moed, volg mij, ik zal u genezen!"
Zeker, de moord van onzen graaf is een afschuwelijke aanslag; maar, heer koning, in uw grootmoedig hart kan het gevoel der wraak slechts toegang vinden, voor zooveel het nuttig of geheel rechtvaardig zij...." "Hoe?" morde de vorst verwonderd. "Onze wraak tegen deze overmoedige lieden zou niet rechtvaardig zijn? Hebben zij niet genoeg onzer ridders en wapenknechten gedood of gekwetst?"
"Schromelijk!" morde mher Sneloghe, "gij waant Willem Van Loo uitzinnig of boos genoeg, om door plassen bloed, laffelijk en snood gestort, den troon zijner vaderen te beklimmen? En hij zou eenen Erembald, hij zou Burchard Knap deze gruwelijke misdaad bevolen hebben?"
Na onzen dood zal de Heer des hemels misschien verzoend worden en zijne wrekende hand oplichten van Kerlingaland." "Kerlingaland heeft zijne vrijheid beslissend verloren en zal nimmer opstaan uit de dienstbaarheid!" morde Rambold Tancmar, met eenen zegevierenden spotlach.
Ik ken de edelheid uws harten; gij begrijpt mij, ik ben er zeker van." "Maar neen, ik begrijp u niet!" morde Bavo. "Gij begrijpt den onverbiddelijken plicht niet, mijnheer, die mij dwingt in Frankrijk een bestaan te zoeken?" hervatte Godelieve.
"Ja, gij weet het wel, velen zijn onwillig en houden zich verwijderd, uit schrik van als medeplichtig aan den moord des graven te worden beschouwd; maar het getal dergenen, die met ons zijn, is zoo groot, dat wij de hulp der anderen wel kunnen missen." Bertulf schudde het hoofd. "Zijt gij over iets bekommerd?" vroeg Hacket. "Niet zonder reden", morde Bertulf.
Allen verbleekten bij deze verrassende vraag. Frederic naderde haastig en antwoordde in schijn onverschillig: "De koetsier is in den stal bij de paarden, vader." "Gij moet hem wegzenden," morde de zieke. "Hem wegzenden!" "Onder mijne oogen mag hij niet meer komen." "Het is wel, vader, ik zal het hem zeggen."
"De listige, booze Karel van Denemarken!" morde hij eindelijk "Dit geheele spel van rechtsverkrachting en huichelarij was op voorhand bestoken!" "Ja, Karel van Denemarken is ons te slim!" zeide Willem met eenen zucht.
"Waar in de wereld het recht heerscht", antwoordde de Kerel, "wordt niemand veroordeeld zonder dat men hem tot zijne verdediging gehoord hebbe. Verleent de heer graaf mij oorlof om te spreken?" "Spreek", morde de vorst met ongeduld. "Ziehier de zaak die u ten onrechte tegen mij verbolgen doet zijn, heer graaf", begon de Kerel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek