Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Het volk morde en mompelde luidkeels en woelde onvergenoegd over het plein dooreen.
And isn't your life extremely flat With nothing whatever to grumble at?" Nù was er zeker genoeg in haar leven to grumble at; toch morde zij niet en deed dapper haar plicht, altijd weer haar eigen leed vergetend om anderen te kunnen troosten en helpen.
»En dan kan ik hier in die nare school blijven en strafwerk maken, terwijl alle jongens de grootste pret hebben,» morde Bob, die erg boos was op den meester. »Hij is ook altoos zoo streng. Maar ik weet, wat ik doe: ik loop weg, ja, dat doe ik. De meester kan schoolhouden, wien hij wil, maar mij snapt hij niet, want den beer moet ik zien, het koste wat het wil!»
Evenals gij, Peternelle, die eertijds den mond geene minuut kondet gesloten houden, en nu onmeedoogend mij dwingt, altijd zoo troosteloos alleen met mij zelven te spreken." De vrouw haalde de schouders op met eene uitdrukking van ongeduld en medelijden. Den rug tot haar keerende, morde de oude man in zich zelven: "Neen, neen, ik blijf niet hier; ik zal den schrikkelijken dag niet afwachten.
"Zeker; geneest Segher Wulf, hij zal slechts na verloop van vele maanden het ziekbed kunnen verlaten." "En sterft hij, dan volgt er een gansch rouwjaar." "Dit schijnt u te verblijden?" vroeg mher Willem, hem scherp in de oogen ziende. Disdir Vos trok zwijgend de schouders op. "Ik begrijp", morde zijn gezel, "gij insgelijks hebt Dakerlia bemind en naar hare hand gestaan?
"En gij gaat ze op Wildenburg doen komen?" morde de hovenier met eene soort van verschriktheid. "Zeker, zij is mijne erfgename, zoowel als de zoon mijns broeders." "Maar, om Gods wil, mijnheer, gij zult toch uwe goederen niet aan Willem Reimond ontnemen, om ze aan de ondankbare De Wits te geven?"
Gij zoudt dus tegen den Hemel zelven opstaan, om ons, die u zoo innig beminnen, met smart en met wanhoop te overladen? Onmogelijk, zulke wreedheid is vreemd aan uwe milde natuur. Gij kunt de waarheid niet meer loochenen: vermits gij nog leeft, was het eene dwaling, te gelooven dat gij moest sterven." "Ja, ja, het was eene dwaling," morde hij, "maar er zijn misleidende geesten."
"Wat gaat gij doen, Arnulf?" morde zij, hem angstig bij den arm vattende. "Gij kunt het vermoeden", antwoordde hij op somberen toon. "Plicht is plicht; weerhoud mij niet; blijf stil en waak over de kinderen. Gebaar u alsof gij niets had bemerkt. Heb ik mij misgrepen is die man Warad niet, dan kom ik onmiddellijk bij u terug." Hij drong vooruit en verdween tusschen de menigte.
Hij zwoer bij duren eede dat, indien hij ooit zijne vrijheid terugbekwam, hij geene rust zou genieten voordat hij Disdir Vos het valsche hart uit den boezem hadde gerukt. Terwijl hij dus in zich zelven morde en gromde, wierp hij sombere blikken in het ronde, als waande hij in zijne makkers zelven vijanden te zien.
Toen zij de groote gaanderij hadden bereikt, leidde men hen tegen de leuning naar den kant die over de opene achterplaats van het klooster uitzag. "Beveelt uwe ziel aan God", morde de beul, "en haast u!" Hij wees naar beneden en zeide: "Ziedaar voor u de weg der eeuwigheid!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek