Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Die rustige avondkalmte stoorde hem met misnoegdheid omdat de dingen nu effen zóó waren als verleden jaar in dezelfde doening maar toen was het in zijn gemoed zoo kalm nu echter beangstigde hem diezelfde stilte en hij voelde zich daarin alleen staan met de onrust in zijn binnenste, de strijd met de dingen die alom in vrede, hun gewoon leven leidden.
Ja, Verlinde, tot binnenkort en de groeten aan de vrouw. 't Was bij den noen als hij buiten op straat stond. Alle soorten van meeningen stormden hem door den kop en eene groote misnoegdheid met zichzelf knaagde hem. Hij wilde zijne schuchtere houding van daareven weer goedmaken door eene stoute daad, ter zelfder tijde verdroot het in dat huis gekeven te hebben.
De een is dan bang, dat er op het verzoek zal teruggekomen, en dat hem verklaring of uitlegging zijner handelwijze zal afgevergd worden: hij vreest, zoo hij te beleefd is, bij den anderen hoop te verwekken op iets, dat toch niet verwezenlijkt kan worden, en hij wil toch niet, door lomp te zijn, nieuwe en onnoodige reden tot misnoegdheid verwekken: de ander is evenmin op zijn gemak; want bij den wrevel, dien men in hem over de geleden weigering veronderstellen moet, wil hij niet te beleefd zijn, uit angst dat men hem van laagheid verdenken zal, en toch wil hij ook niet, door gebrek aan beleefdheid, de goede kansen, die hij misschien nog hebben mocht, ten eenenmale verspelen.
Van het laatste zag ik geen spoor, tenzij dat vrees en eerbied onder denzelfden naam mogen doorgaan. In plaats dat misnoegdheid hun gewone stemming is, geloof ik, dat men in Europa moeilijk half zooveel opgeruimde en tevreden gezichten bijeen zou kunnen brengen.
Dat zou mij het verstand kunnen doen verliezen; maar achter haar zie ik Archibius en Charmion staan, als met uitgespreide vleugelen om haar te beschermen. Ik zie ook de vrees van al mijne vrienden, met inbegrip van het Museum, van den Raad, waartoe ik behoor, van mijn cliënten en de tijdsomstandigheden, die verbieden de misnoegdheid der burgerij te wekken.
Zondag, den twaalfden Juni 1855, was de datum, waarop dominé's oudste zoon, de bruigom van mejuffrouw Betsy Muller Belmonte, de gelukwenschingen van vrienden en kennissen, zou afwachten. Eigenlijk was dit plan niet in volkomen overeenstemming met den Nederlandschen ~adat~, die eischt, dat eene »receptie" ten huize der bruid plaats grijpt. Doch dit was de oorzaak niet van Christien's misnoegdheid.
Maar alle streven, om u, goedgunstige lezer, de prachten, waardoor Anselmus omgeven was, ook maar flauw in woorden af te beelden, bleef tevergeefs. Met weerzin onderging ik de matheid van elk beeldend woord. Ik gevoelde mij bekneld in de armoede van het kleinzielig gewoonteleven, ik werd krank van kwellende misnoegdheid, als één die droomt sloop ik rond.
Bronsveld scharen ter vorming van de Christelijk-Historische partij, en al wachtende ontzagen zij zich niet, volgens het zeggen van Dr. Kuyper, zich door bizondere belangen of antipathieën te laten verleiden, om zelfs de Christelijke school, deze gave Gods aan ons vaderland, monument van Christelijke toewijding en volharding, als offer te vergen voor hun misnoegdheid.
"De bisschop heeft immers zelf gehoord hoe hij preeken kan," stemde de klokkeluider toe. De bisschop zei iets van "dikwijls den dienst afluiden." "Maar een dominé mag toch even goed wel eens ziek zijn als andere menschen," meenden de boeren. De bisschop maakte een toespeling op een gerucht van misnoegdheid over de levenswijze van den predikant. Zij verdedigden hem eenparig.
Dit trouwens bevestigt mij in mijn gissingen nopens den toestand van Jehova's vermogen; ziet men boven en onder zooveel misnoegdheid, zooveel ongerijmdheid, laagheid, gemeenheid en nood in den hemel en op aarde, van den vogel af, die geen graankorreltje heeft, tot mij, die geen honderd duizend francs rente bezit, ziet men het menschelijk lot, dat zeer versleten, zelfs het koninklijk lot, dat armzalig is, getuige den gehangen prins van Condé; ziet men den winter, die niets anders is dan een scheur in het Zenith, door welke de wind blaast, ziet men zoovele lompen zelfs in het geheel nieuwe ochtendpurper op de heuveltoppen; ziet men de dauwdroppels, die valsche paarlen; ziet men den rijp, dat valsche edelgesteente; ziet men de gescheurde menschheid en de gelapte gebeurtenissen en zooveel vlekken in de zon en zooveel gaten in de maan, overal zooveel ellende, dan veronderstel ik, dat God niet rijk is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek