United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik had hem dus eindelijk in zijn zwak getast en antwoordde: Mijn verstand gaat het uwe niet te boven. Ik overleg scherper. Ik stel mij voor dat de Miridiet ons hier opwacht, en in mijn verbeelding zie ik hem komen, onder leiding van den verrader Suef. Als de eerstgenoemde mij wil doodschieten, dan moet hij op mij loeren. Hij moet dus, links of rechts, in een struikhout schuilen.

Maar ik wil in vrede van u scheiden en zweer het u bij den baard van den Profeet. Zijt gij nu tevreden? Ja; maar bedenk goed, hoe wij u straffen indien het u mocht invallen ons toch te bedriegen. Wij laten niet met ons spelen. Dat werd op een toon gezegd, dreigender dan de trots van den Miridiet kon verdragen.

Laat de Miridiet het maar eerst met mijn drie mannen uitmaken voor hij op mij schiet. Voorwaarts! Halef lachte om mijn antwoord en wees met een oogwenk naar het spoor van den Miridiet. Hij begreep, dat ik dat wilde volgen. Ik wachtte tot zij tusschen de boschjes door waren, en reed toen langzaam aan het spoor volgende. Nu kwam het op er aan, goed uit mijn oogen te kijken.

Ik was bij het struikhout, waar de Miridiet naar toe rende, veel eer dan hij. Ik was hem minstens veertig paardelengten vooruit, ofschoon hij een voorsprong van driedubbele lengte op mij had gehad. Het gevolg hiervan was, dat hij zijn paard omwierp en de vlakte oprende. Ik ging hem achterna, maar niet meer in ijlgang, waartoe ik mijn hengst aangezet had.

En mij tot den waard wendende, zeide ik: Hebt gij mij niet gezegd, dat de slager een Skipetaar was? Ja. Hij is zelfs een Miridiet. Dus hoort hij hier in 't geheel niet thuis? Neen. Toen zijn vader zich in Sbiganzy vestigde, kwam hij uit Oroschi, de hoofdplaats der Miridieten. Welnu, wat gaat u dan zijn dood aan? Staan de Miridieten onder toezicht van den Padischa? Neen, het zijn vrije Arnauten.

Ik meende op te merken dat mijn man eenigszins onrustig werd. Vluchtig maar scherp keek hij naar links en rechts voor zich uit, en meer bijzonder naar het boschje, waar wij voorbij reden. Had dat een bepaalde reden? Ongetwijfeld. Ik hield dus dat houtgewas te scherper in het oog, en zag al spoedig dat de Miridiet onzen gids afgesproken teekens gaf.

Hij was zeker verdwaald, en wij konden hem meenemen naar het naburige dorp, waar hij waarschijnlijk zijn thuis heeft. Zoo? De Miridiet scheen dat gefluit te kennen. Toch niet. Toch wel, want hij sprong terstond op van den grond en steeg te paard. Dat trof dan toevallig samen.

Naar wat onwedersprekelijk waar is, luistert gij niet, tenzij om het tegen te spreken. Waarheid, die blind geloof eischt, is geen waarheid. Laat ons niet verder redeneeren. Gij zult ons nog wel beter leeren kennen. Als ik wil dan gaat het geweer van den Miridiet zelfs niet af, al geeft hij zich ook nog zooveel moeite. Kunt gij dan werkelijk tooveren? Bah!

Lichamelijke kracht, geoefendheid en een zeer scherp oog heeft men bij zulk pareeren noodig. De situatie was nu als volgt: Recht voor mij lag de weg, dien mijn gezellen volgden. Links van mij bevond zich de Miridiet. Ik hield hem scherp in het oog en zag, dat hij zich alle moeite gaf om mijn vrienden gade te slaan, in de verwachting mij bij hen te zullen zien.

Gij bedoelt den Miridiet? Ja. Die komt van avond ten minste niet. En ik geloof, dat hij juist wel zal komen. Om de Aladschy's te helpen? Integendeel, om ons tegen hen bij te staan. Neen maar, dat geloof ik niet! Ik wel. Hij is een Miridiet, een dapper man, en alleen dáárom mijn vijand, omdat mijn kogel toevallig zijn broeder getroffen heeft, en niet om den Shoet.