United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook konden andere trekkers voor ons hierheen gekomen zijn. Van die zou dat van den Miridiet niet te onderscheiden zijn. De listige verrader, en ook de Miridiet hebben zoo'n takkenaanwijzing noodzakelijk geacht. Maar dat is voor mij niet het voornaamste. Er steekt dus nog meer in? Ja, gij hebt mij niet begrepen.

Ik moet erkennen dat hij zijn plek goed gekozen had. Beter liet zich voor het beraamde plan niet denken. De Miridiet kon, tusschen de boschjes door, ongezien naderen, ons overvallen en terstond weer verdwijnen. Zijn plotselinge onverwachte verschijning zou ons natuurlijk een oogenblik doen schrikken.

Om den kleinen Hadschi, die zich als een kikvorsch opblies, niet te laten bersten, viel ik hem in de rede: Toen ik den Miridiet volgde, hoorde ik fluiten. Wie deed dat? Hier, de kleermaker. Waarom floot hij? Hij zei, dat hij een hond zag loopen in het hout. Ja, Heer, ik zag hem duidelijk, verzekerde de verrader. Wat ging dat beest u aan?

Ik heb nog wel heel andere knapen nagereden! Als hij achterom kijkt, zijt gij verloren! Neen, hij. Verbeeldt u dat niet. Hij is een Miridiet, een dappere! En wat ik ben, zult gij vandaag zien. Toen ik begon hem te volgen, verloor ik hem geen oogenblik uit het oog. Had ik hem niet kunnen neerschieten, zoo dikwijls het mij goeddacht? Was hij in mijn macht of ik in de zijne?

Hoe kalmer de Miridiet antwoordde, des te opgewondener werd Barud el Amasat. Deze stond op van zijn plaats, ging op den Miridiet toe, zeggende: Dat was u niet geoorloofd! Waarom niet? Wie zou daar iets tegen kunnen hebben? Wij, natuurlijk wij! Gij zijt onze bondgenoot en hebt geen recht en ook geen verlof, om zonder onze toestemming zoo iets te doen.

Omdat die mij een heele geschiedenis vertelt. Een geschiedenis? Sihdi, ik weet, dat gij sporen van menschen en beesten kunt zien, zooals niemand anders. Dat van den Miridiet hebben wij hier vlak voor ons. Maar wat hebben wij met dien tak te maken? De kleermaker liep, op een paar pas afstand, naast mij en zag mij aan met oogen die rustige verwondering moesten te kennen geven.

Op eens hoorde ik een schel gefluit. Het kwam van de plaats waar op dat oogenblik mijn metgezellen moesten zijn. Wie had gefloten? Halef misschien, om mij te waarschuwen, of om mij een teeken te geven? Neen, hij zou een ander geluid hebben laten hooren. De kleermaker wellicht? Zou hij met de Miridiet afgesproken hebben, zoo'n sein, bij onze nadering te zullen geven?

Op zoo kleinen afstand geworpen, moest ze mij den schedel kloven, wanneer ik ook maar om een haar-breedte onjuist pareerde. Een ondenkbaar oogenblik hoorde ik haar door de lucht suizen. Het was een dof en toch schril gefluit. Met wijd geopend oog had ik den zwaai van den Miridiet gevolgd. Ik bleef vast in den zadel zitten, het geweer met beide handen schuin omhoog.

De Shoet moet u laten dooden, want niemand mag weten, hetgeen u verraden is. Bah! Ik had al zoo dikwijls vermoord moeten worden, ook nog in deze week. Gisteren, bijvoorbeeld, tweemaal, en de beide daaraan voorgaande dagen ook zoo. En vandaag wil mij de Miridiet met gehakt lood doodschieten of met zijn bijl treffen. Maar als gij dat weet, hoe kunt gij het dan wagen hem achterna te rijden?

Ik zie al, dat het de Miridiet geweest is. Ongeveer een kwartier geleden is hij hier langs gekomen. Zoo iets kunt gij toch onmogelijk zien. Toch wel. Het neergetrapte gras verraadt het mij, zoodat er niet aan te twijfelen valt. Wij zullen nu verder dat spoor volgen. Nu moest ik niet alleen op het spoor letten, maar ook op den kleermaker.