Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
De flesch zag alles van uit een mand, waarin zij naast een levend konijntje lag, dat heelemaal verbluft was, omdat het wel wist, dat het mee naar boven moest, om dan door middel van een valscherm weer naar beneden gelaten te worden; de flesch wist echter niets, noch van het opstijgen, noch van het neerdalen; zij zag slechts, dat de ballon zich geducht opblies, gedurig grooter werd en zich, toen hij niet grooter kon worden, al begon te verheffen; de touwen, waarmee hij werd vastgehouden, werden doorgesneden, en hij zweefde met den luchtreiziger, de mand, de flesch en het konijntje naar boven, terwijl de muziek zich deed hooren en alle menschen hoera riepen.
In het knoopsgat van zijn zwarte jacquet pronkte een purperen lintje en op zijn wit piqué vestje bengelde een gouden ketting waaraan een vreemd muntstuk hing. Snepvangers kon zijn oogen niet afwenden van den eleganten heer, zag hoe deze fijntjes een sigaret opstak, de blauwe rookwolkjes opblies, weer een slokje nam, zijn grijze streepjesbroek optrok om de plooi te bewaren en voortlas.
"'k Wed dat je net zoo sterk als de wind geweest waart!" "Daar zeg je zoo wat, Jack!" antwoordde Dick Sand lachende. "Als er windstilte is, zullen we Hercules in de zeilen laten blazen!" "Tot je dienst, mijnheer Dick!" antwoordde de brave neger, terwijl hij zijn wangen opblies als een reusachtige Boreas.
In den beginne wonnen we haar vriendschap door haar met een stok op den rug te krabbelen, bij welke aangename behandeling zij zich opblies en knorde van voldoening. Maar 't was nooit te zeggen wanneer zij er genoeg van zou krijgen, of op welk tijdstip zij zich in haar waardigheid te kort gedaan zou voelen en diep verongelijkt den tuin inspringen.
Maar demonisch woedde het door haar heen als een orkaan van de hel, stormvlaag van zinnenpassie, die opblies uit de donkerte van het landschap en de troebele golven van den stroom zweepte òp naar die lucht van inkt. Oh! kreunde zij. Ik ben hem onwaardig...! Quaerts bewoonde op het Plein, boven een kleêrmaker, twee kamers, klein en allerbanaalst van gemeubel.
In mijn goedig-voorkomende, zorgzame aandacht voor hem, en dat ik 'm zoo trouwhartig onbenullig nam naar zijn woord, hem, den vagebond toch maar, den door de wereld dan toch diep verachten recidivist, den oplichter, die zich altijd schichtig bespied en nagespeurd waande, den overal geschuwden schooier, daar intiem op mijn kamer, in mijn gemakkelijken stoel aan den haard, waar hij de eene sigaar na de andere opblies....
Om den kleinen Hadschi, die zich als een kikvorsch opblies, niet te laten bersten, viel ik hem in de rede: Toen ik den Miridiet volgde, hoorde ik fluiten. Wie deed dat? Hier, de kleermaker. Waarom floot hij? Hij zei, dat hij een hond zag loopen in het hout. Ja, Heer, ik zag hem duidelijk, verzekerde de verrader. Wat ging dat beest u aan?
Wat een wuft gegroeide neus en 't leek wel of die vagebond honderd monden had; zoo straks was zijn hals rank als een schooljongenshals en nu was 't een krop dien hij opblies, een zak dien hij volstopte met zijn opborrelende wilde neigingen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek