Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
't Scheen echter dat de bewoners ongerust werden, want eindelijk zag men een klein vierkant venster op de derde verdieping verlicht en opengaan, en aan dat venster een brandende kaars en het ontsteld gezicht van een man met grijs haar verschijnen, zijnde de portier. De man, die tegen de deur klopte, hield op. "Mijnheeren," vroeg de portier, "wat begeert gij?" "Open," zei Le Cabuc.
"Wij waren toen jonge meisjes," zei de oudste, "mijne zuster vijfendertig en ik vierendertig; maar wij hebben niets van zijne losheid en ondeugendheid met vrouwen gezien. Dat is allemaal vast laster." "Ziet eens hier, Mijnheeren!" zei de jongste; "kijkt eens goed naar dat portret."
En wat we hier aan het eind nu nog zeggen wilden, het is dit: Lieve Mijnheeren en Mevrouwen, als het soms eens moest uitkomen dat dit niet alles precies zoo gebeurd is want de menschen vertellen tegenwoordig zooveel dan is het toch zeker waar dat er door al dat slechte moorden en vechten, veel, heel veel ongelukkige weesjes onder de Duitsche en Fransche menschen zijn gekomen, al hebben dan velen ook hun moeder nog behouden.
"Dat was het wel," zeiden de andere Goudenaars. Veervlug, die zich terstond bij dit gezelschap gevoegd had, kon niet nalaten te zeggen: "Ja, Mijnheeren! Van Speyk voerde zoo'n groot stuk uit, dat er maar een klein stukje van hem overbleef." "En onze dichters hebben hem bezongen," zei de schoolmeester. "Dat is ook zoo," zeiden de andere Goudenaars.
Kin-Fo moest glimlachen, of hij wilde of niet. »Als ik drijf", antwoordde hij, »dank ik dat u, mijnheeren! Zonder uw hulp was ik thans daar, waar de arme kapitein Yin is!" »Wij zelf ook!" antwoordden Fry-Craig. »En ik dan!" riep Soun uit, terwijl hij bijna stikte in een groot stuk brood, dat hij slechts met moeite kon verzwelgen.
Zoo is onze Beth van kindsbeen af, mijnheeren, tusschen zinneloozen opgevoed, heeft zij niet, als anderen, met hun ongeluk gespot of van hen teruggeschrikt; integendeel, in haar is de gedachte gegroeid, dat zij ook den hemel kan verdienen met wel te doen aan die ongelukkige, verlatene wezens.... en, op mijn woord, ik geloof dat ze gelijk heeft. Wat dunkt u daarover, mijnheeren?"
»Mijnheeren," sprak Kin-Fo tot zijne beide trouwe bewakers, toen de kruiwagen stilhield in de voorstad van Tong-Tchéou, »wij zijn nog slechts veertig lis van Peking af en ik ben van plan hier te blijven totdat de termijn van de met Wang gemaakte afspraak verstreken is.
"Ik doe al open," riep zij, "ik doe al open, Mijnheeren! Ziet u het niet? Maar dit slot wil niet open; ik zal het morgen dadelijk laten maken." Eindelijk ging de deur open. Dat alles had vrij lang geduurd. Soldaten en officieren snelden nu de woning binnen en begonnen haar heelemaal te onderzoeken.
Hoe worden daar dan de nieuwe menschen geboren, zult gij vragen, mijnheeren? De leelijke, grijnzende hoofden, welke ik allereerst op den oever der rivier meende te zien liggen, waren nog ongeboren maanmenschen. Ziehier, vanwaar zij komen. De Unakaus hebben lange, breede olifantsooren, en daarachter groeien nu en dan kleine harde bolletjes, welke zeer jeuken en hen verplichten, ze af te krabben.
Misschien zoudt gij kunnen denken, dat wij niet veel naar u omkijken; maar, wenscht gij iets, zegt het. Kan het zijn, wij zullen het u oogenblikkelijk geven, met veel plezier. En wat de uitdeelingen van vleesch en brood of handgeld betreft, mijnheeren, die kunt gij doen op den voorhof. Daar is eene schuur met tafel, banken en weegschaal, doelmatig daartoe geschikt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek