United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


De geheele barricade was toegesneld, en allen hadden zich op een afstand in een kring geschaard, beseffende dat 't onmogelijk was, een woord te zeggen bij 't geen zij zien zouden. Le Cabuc, verwonnen en geen poging tot verzet meer beproevende, beefde over al zijn leden. Enjolras liet hem los en zag op zijn horloge. "Keer in tot u zelven," zeide hij. "Bid of denk. Gij hebt nog een minuut."

"Genade!" stamelde de moordenaar, toen boog hij het hoofd en mompelde eenige onverstaanbare vloeken. Enjolras wendde den blik niet van zijn horloge; hij liet de minuut voorbijgaan, en stak toen het horloge weder in zijn zak. Daarop nam hij Le Cabuc, die jammerend op de knieën gezonken was, bij de haren en drukte hem den loop van zijn pistool tegen het oor.

Terwijl deze Cabuc de bij hem zittenden tot drinken aanspoorde, scheen hij nauwkeurig het groote huis achter de barricade te beschouwen, welks vijf verdiepingen de geheele straat tegenover de straat Saint Denis bestreken. Eensklaps riep hij: "Luistert, kameraads, uit dat huis moeten wij schieten! Zoo wij aan deze vensters zijn, zal geen duivel zich in de straat wagen!"

De opstandelingen spraken er halfluid, zonder zich te bewegen, en men gevoelde er die zekere stilte, welke den laatsten vorm der verwachting kenmerkt. Boven hen onderscheidde Marius, aan het venster eener derde verdieping, een toeschouwer of getuige, die hem bijzonder oplettend voorkwam. 't Was de door Le Cabuc doodgeschoten portier.

Laat ons hier terstond zeggen, dat later, na het gevecht, toen de lijken naar de Morgue gebracht en onderzocht werden, bij Le Cabuc een kaart van politieagent werd gevonden. De schrijver van dit boek heeft in 1848 het bijzonder rapport te dezer zake aan den prefect van politie van 1832 in handen gehad.

"Dat kan niet, mijnheeren." "Open, open!" "Onmogelijk, mijnheeren!" Le Cabuc nam zijn geweer en legde op den portier aan, maar wijl hij beneden en 't zeer donker was, zag de portier hem niet. "Wilt ge openen, ja of neen?" "Neen, mijnheeren!" "Ge zegt neen?" "Ik zeg neen, goede...." De portier kon niets meer zeggen.

Hij had met de linkerhand den kraag, den kiel, het hemd en den draagband van Le Cabuc gegrepen. "Kniel!" herhaalde hij. En met een onweerstaanbare beweging boog de zwakke twintigjarige jongeling als een riet den forschen vierkanten werkman, en deed hem in het slijk knielen. Le Cabuc poogde zich te verzetten, maar 't was, als ware hij door een bovenmenschelijke hand aangegrepen.

Laat er ons bijvoegen, dat, zoo men de vreemde, maar waarschijnlijk gegronde geruchten gelooven mag, Le Cabuc Claquesous was. Zeker is het, dat na den dood van Le Cabuc nimmer meer van Claquesous gehoord werd. Claquesous heeft geen spoor van zijn verdwijning achtergelaten; het schijnt, dat hij tot het onzichtbare is teruggekeerd. Zijn leven was duisternis, zijn einde nacht.

Deze man, Le Cabuc genoemd, of bijgenaamd, overigens geheel onbekend aan hen die beweerden hem te kennen, zeer dronken of veinzende het te zijn, had zich met anderen aan een tafel geplaatst, welke zij buiten de herberg hadden gehaald.

En hij schiep de kat. De kat is het erratum der muis. De muis met de kat te zamen is de herziene en verbeterde proef der schepping." Combeferre, omringd door studenten en werklieden, sprak van de gesneuvelden, van Jean Prouvaire, van Bahorel, van Mabeuf en zelfs van Cabuc, alsmede van Enjolras' strenge droefheid.