United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij herinnerde zich, dat zij vrienden der jeugd waren. Misschien had hij haar reeds lang liefgehad, misschien was hij teruggekomen om met haar te trouwen. Donna Micaela kon niets zeggen, zij had geen recht zich te beklagen. Het was nauwlijks een maand geleden sedert zij Gaetano geschreven had, dat het niet goed was dat hij haar liefhad.

En donna Micaela meende gedurende een oogenblik zijn smart mee te gevoelen over de verschrikking, die verborgen was onder dit uiterlijk omhulsel van schoonheid. Zij zag het leven met al zijn ellende en lijden, gelijk een modderige beek vol verpestende onreinheden, zich slingeren door die schitterende wereld van schoonheid.

Want de waarheid was, dat hoewel Gaetano thuis was gekomen, omdat het hem te zwaar viel zonder donna Micaela te vertrekken, hij haar niet wilde verleiden of verlokken. Hij zag dat zij onder bescherming der heiligen stond en zij was hem zoo heilig geworden, dat hij nauwelijks waagde van haar te droomen.

Zij was zielsbedroefd over al de ellende, maar tegelijkertijd gevoelde zij een bittere voldoening in het feit dat zij geen hulp gevonden had bij het Christuskind. Zij had immers altijd gedacht, dat de heiligen donna Micaela niet wilden bijstaan. Het was een mooi geschenk dat zij ontvangen had in San Pasquale.

Het was goed voor haar, dat er nog iemand was, die het hoofd tegen haar schouder legde en weende over haar verdriet. Donna Micaela, die gedurende drie jaar Gaetano had liefgehad, zonder ooit te denken, dat zij elkaar eens zouden toebehooren, had zich aan een eigenaardige soort liefde gewend. 't Was haar genoeg te weten, dat Gaetano haar liefhad.

Donna Elisa kon het niet verdragen, dat het zomerpaleis niet versierd was. Zij wilde, dat dezen keer niets aan San Sebastiaans feest zou ontbreken. En zij vreesde, dat de heilige Diamante en Gaetano niet zou helpen, indien het oude paleis der Alagona's hem niet vierde. Donna Micaela kwam terug, bleek als een ter dood veroordeelde en gebogen alsof zij een tachtigjarig besje was.

Zij dacht er in het geheel niet aan waar zij heenging. Plotseling stond ze bij de deur van de kloosterkerk en trad naar binnen. Het was er bijna donker. Alleen een klein olielampje brandde bij het Christusbeeld. Toen donna Micaela het Christusbeeld zag, verschrikte zij. Juist nu had zij het liever niet gezien.

"Gij, die zooveel tochten op den Etna maakt," zei zij met een zeer vriendelijke stem, "gij zijt zeker ook wel eens in Gela geweest?" De cavaliere keek op en scheen in zijn geheugen te zoeken: "Gela, Gela!" "Gela is een dorp van ongeveer honderd huizen, dat aan de Zuidzijde van den Monte-Chiaro ligt, aan den voet van den berg," vervolgde donna Micaela met het onschuldigste gezicht van de wereld.

Donna Micaela woonde op Geraci's gebied, en spoedig waren al de bewoners van dat stadsdeel aanhangers van haar spoorweg. Maar toen kon Corvaja natuurlijk niets anders doen dan haar tegenwerken. Corvaja's bewoners waren bizonder misnoegd over twee zaken. Ze waren naijverig op de eer der zwarte Madonna en het stond hun dus niet aan, dat er nog een wonderdoend beeld in Diamante gekomen was.

Menschen kwamen van alle kanten aanstormen. Het was een ontzettend getier en geraas. "Laten wij nu gaan," zei donna Elisa tot donna Micaela. "Nu denkt niemand meer aan ons." Maar donna Micaela's blik was gevallen op een der vrouwen. Zij schreeuwde niet, maar men zag dadelijk dat haar de zaak aanging. Men kon het haar aanzien, dat zij op het punt stond het geluk van haar leven te verliezen.