Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 oktober 2025
Toen mejuffrouw Gillenormand zag, dat men Marius ontkleedde, verwijderde zij zich. Zij ging in haar kamer haar rozenkrans bidden. De borst was inwendig niet gedeerd; een geweerkogel, die op de portefeuille was afgestuit, had langs de ribben een groote, maar niet diepe wonde veroorzaakt, die dus niet gevaarlijk was.
"Mejuffrouw is zoo vriendelijk geweest, mij niet van hier te jagen," antwoordde ik, eenigszins bedremmeld over de barsche toespraak van den Heer Blaek: "overigens is het schrikkelijke weer mijn verschooning, zoo ik onbescheiden geweest ben. Mijn naam is...." "Ik vraag u niet naar uw naam," viel mij de oude Heer in de rede.
Wat hiervan zij, de waarheid is, dat Mejuffrouw Bos heerlijk schoone oogen had, met lange, sierlijk naar boven gekrulde pinkers voorzien, en bekranst met zuivere, net gevormde, blinkende wenkbrauwen, even gitzwart als haar lokken, die in natuurlijke krullen het hoofd bedekten.
"Mijnheer! Wat beteekent dat nu, Roodkapje? Weet je wel dat je me beleedigt, als je me niet eenvoudig Frits noemt, evenals Cilly? Ik zal jou mademoiselle Roodkapje moeten gaan noemen, als jij mijnheer tegen mij zegt! Mag ik vragen, hoe oud u zijt, mejuffrouw?" "Ik ben pas vijftien geworden," antwoordde Elsje lachend. "En ik pas twee-en-twintig," zei Frits.
"UEd. schijnt derhalve te gelooven, dat zij u in uwe afwezigheid niet benadeeld heeft," zeide Mejuffrouw Blaek: "en dat gij meer verplichting aan haar hebt, dan men uit uwe woorden van zooeven zoude opgemaakt hebben." "Wel, daarvan ben ik overtuigd," zeide ik: "verre van mij, zal zij niets dan goeds van mij zeggen; maar wee mij, wanneer ik weer voor haar oogen verschijn."
»Eilieve", antwoordde ik, ietwat kregel: want ofschoon dit jonge ding mij een weinig had doen schrikken, ontzag boezemde zij mij met hare geëmancipeerde manieren volstrekt niet in: »eilieve, mejuffrouw waarom zou ik =niet= meer onder de levenden zijn?
Toen dacht de koning bij zich zelf: Misschien is zij mij van God gezonden; waarom beproef ik niet, wat zij kan doen, daar zij zegt mij in korten tijd te zullen genezen? En na besloten te hebben het te beproeven, zeide hij: En als u mij niet geneest, mejuffrouw, na mij van mijn besluit te hebben afgebracht, wat wilt gij, dat er uit volgt?
"Mejuffrouw is al te goed," hernam ik: "er zou mij anders minder aan gelegen liggen; maar ik had gehoopt heden nog voor 't poortsluiten binnen Naarden te zijn, en ik zal frisch moeten aanstappen om mijn oogmerk te bereiken." Mijn schoone gaf geen antwoord op deze aanmerking: ik gevoelde, dat zij alle aanleiding tot een onderhoud wilde vermijden, met iemand die haar geheel onbekend was.
"Mejuffrouw G. Hendriks." Eén brief! Asjeblief. Gut Meneer! Zit Geer je prettig voor te lezen, Troelala?... Da's 'en leve'tje, hé?... Zeg, 't is hier benauwd! Jij hebt et ook warm!... O got, doe maar niet! 'k weet toch wel da'j 'en mooie hals heb ... krijgt Troelala 'et niet te warm?... Laat tenminste de deur wat ope.... Zoo.... As de Juffrouw dat maar goed vindt!
Op het oogenblik, dat zij in onze geschiedenis optreedt, was zij een oude vrome, onontvlambare nuf, met den puntigsten neus en het stompste verstand, dat men maar vinden kon. Een karakteristieke bijzonderheid was 't voorzeker, dat niemand buiten den engen familiekring ooit haar voornaam geweten had. Men noemde haar altijd de oudste mejuffrouw Gillenormand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek