Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Zij had tranen in haar oogen, zij vatte alle bei 's jong meisjes handen, boog bijna knielend tot haar neer en stamelde bevend: O, mejonkvreiwe, wa zij-je toch goed, zeuveel scheune, woarme klieren en zeuveel geld, mejonkvreiwe. Es dat toch amoal wel veur ons, mejonkvreiwe? Hedde gij ou somwijlen nie gemist?
"Ach, laat ons toch komen, één enkele keer, voor één enkel uurtje, iedere week?" drong de bedroefde jonkvrouw aan. "Gij hebt hier toch wel een kamer, niet waar, waar we één enkel uurtje kunnen samen zijn?" "O moar mejonkvreiwe! En 't meissen! En de knecht! En Alfons! En de geburen die ulder zoèn zien komen!" angstigde Rozeke.
Zet ou, mejonkvreiwe, zet ou, ieffreiwe. En zij bood stoelen aan. Het meisje en de gouvernante gingen zitten. De Engelsche glimlachte zwijgend, met schitterenden tandenmond; jonkvrouw Elvire keek naar Fonske, die bij het raampje had zitten te teekenen. Goat 't goed? vroeg ze zacht. Heel goed, mejonkvreiwe, merci, antwoordde Fonske, schuchter-blozend. Zij-de aan iets nieuws bezig?
Weer steeg een bloedgolf naar zijn wangen, maar zij merkten 't niet, namen hem mee door de gang, naar het vertrek, dat meneer Gaëtan's werkkamer en fumoir zou worden. En ook meneer Gaëtan verlangde muurschilderingen, maar geheel andere dan jonkvrouw Elvire. Ge weet wel, meneer Alfons, sprak hij eenigszins uit de hoogte, ik 'n ben niet veur die geweldige couleuren gelijk mejonkvreiwe.
Hij had een platte, zwarte pet op met verlakte klep, die hij even afnam om te groeten en hij riep dadelijk vet-lachend, op familiairen toon: Da es nen artiest, e-woar, mejonkvreiwe! Hij zal nog moeten eindigen mee 't expezeeren! En hij lachte heel hard om zijn buitengewoon-geestig gezegde. Jonkvrouw Elvire en de Engelsche lachten maar heel zwakjes tegen.
"Zij veurzichtig, zij toch veurzichtig, mejonkvreiwe!" riep zij nog eens, als in een intuïtieve waarschuwing van onbewuste, diepere beteekenis, uit al haar kracht, terwijl het akelig gevaarte met een langzamen, sierlijken zwaai omdraaide en in de flikkering van zijn helle lichten die den zwarten nacht doorboorden, pijlsnel, onder 't juichendgillen van de menigte, in het verschiet verdween.
"O, merci, merci, mejonkvreiwe," dankte Rozeke. "'K zal veur ou bidden, mejonkvreiwe, omda ge weere zoedt gelukkig worden." Zij greep plotseling 's meisjes hand, drukte er een vromen, vurigen kus van onderdanige liefde op, en verliet schreiend het somber kamertje. Zij h
"O merci, mejonkvreiwe, merci, merci, da es toch vriendelijk da ge nog op mij gepeisd hèt." dankte Rozeke, tot de tranen ontroerd, terwijl zij herhaaldelijk de hand harer weldoenster drukte. Alfons nam zijn rond hoedje af en drukte ook, met emotie, de minzaam naar hem uitgereikte hand. "Zijt gij gelukkig dat ge nu getrouwd zijt, Rozeke?" glimlachte de mooie jonkvrouw.
Fonske voelde instinctmatig dien plotselingen afstand van verwijdering, dat werk van de afwezigheid en 't maakte hem nog bedeesder, het stolde als 't ware zijn ziel in zijn binnenste. G' hèt toch nog geschilderd, hoop ik? vroeg ze na een poos en bekeek hem even weer met een glimlach zoo innemend-vriendelijk als vroeger. O joa joajik, mejonkvreiwe, haastte Fonske zich te antwoorden.
Zij kon alleen de beide handen van de jonkvrouw in de hare nemen en die drukken en nog eens drukken en ze met heete tranen en vurige kussen bedekken. "O, mejonkvreiwe, 'k hope tòch da ge zilt gelukkig zijn!... 'k hope tòch da ge zilt gelukkig zijn!" herhaalde zij snikkend, terwijl de jonkvrouw, gelukstralend, met haar hond het gastvrij boerenwoninkje verliet. Noot: Volstrekt niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek