Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
Liever heb ik dat later mijn jongen van een Jacobus Berend Schoonbeek en een Martijn Sperling afweet, dan van Dirk den Eerste die een tol stichtte, of Karel den Kale die weer wat anders deed, dat ik voor mij allang vergeten ben. Twee onderwerpen in verband met de ramp leenen zich thans nog ter nabeschouwing.
Hij heeft dat getoond in den Eersten Martijn, vooral in de eerste helft waar de aandoening door de strofen golft en telkens een beeld of een vergelijking de strofe komt afronden als het schuimkroontje den top der golf. Hij heeft dat getoond in zijne beide laatste lyrische gedichten en in menig brok van zijn overig werk dat, zoo al niet schoon, dan toch bevallig of aardig mag heeten.
Wie trouw, deugdzaam is en rein van zeden, die is voor mij de rechte edelman ! MARTIJN stelt een nieuwe vraag: indien alle menschen van ADAM afstammen en dus bloedverwanten zijn, hoe is dan de "maechscap" zoo verdwenen? Van waar dan al die afgunst en strijd? LUCIFER is daarmede in den hemel begonnen, antwoordt JACOB; van daar zijn zij op aarde neergedaald.
Hier vinden wij ook reeds de drie soorten van liefde genoemd, die wij later in den Wapene Martijn zullen terugvinden .
Vielen de Hollanders de Stichtenaren aan onder het krijgsgeroep "Holland! Holland!", deze beantwoordden het met "Sint Martijn, Sint Martijn!" Zie o.a. Schotel, Tilburgsche Avondstonden, bl. 36 vlg. Ook kreeg de geheele periode van Sint Maarten tot Kerstmis Adventstijd in den ruimsten zin den naam van Sint Maartensvasten. Naderhand werd deze bepaling over heel Frankrijk uitgebreid.
Die »outsider« was ~Martijn Sperling~, schipper op de blazer Van der Tak, een bekend duiker en menschenredder, afkomstig van Ouddorp en wonende te Dordrecht in de Wijnstraat. Waar Sperling te vinden! Aan boord van zijn blazerschuit was hij niet. Waarschijnlijk zat hij bij den barbier.
Hij aarzelt die vraag te doen aan den harden MARTIJN. Omdat de zondaar eeuwig zou willen leven, klinkt het antwoord, moet hij ook eeuwige straf ondergaan. Het vraagstuk der zonde laat JACOB nog niet met rust: zou ik dan, indien ik in de hoofdzonden vervallen ware, eeuwig verdoemd zijn, ook al ware ik milddadig en al had ik penitentie gedaan?
Daar komt hem zijn Eerste Martijn weer voor den geest, zoo levendig zelfs dat een paar rijmen uit de eerste strophe hier weer opklinken . Het tekort aan poëzie in de pas behandelde werken heeft MAERLANT ons vergoed door bovengenoemde lyrische gedichten. Beide dagteekenen uit zijn ouderdom.
Deel van uw goed aan de armen, neig uw hart tot hen; dan moge God u in Zijne hoede nemen, u aan de macht der duivelen onttrekken. Dat laatste woord brengt MARTIJN op den oorsprong van alle rampen: de zonde. Van wie komt de zonde? Van de vrouw, van EVA? JACOB antwoordt met een vurig pleit voor de vrouwen die hij bij den wijn en het vuur vergelijkt.
Beide dichtwerken bestaan uit een aantal derzelfde kunstige strofen waarin ook de meeste andere vervat zijn; in de Eerste Martijn, de omvangrijkste tweespraak van alle die bijna 1000 verzen telt, is op menige plaats een dichterlijke gloed waaruit ware poëzie is voortgekomen; d'ander Martijn, van veel minder omvang, geeft meer spel van vernuft dan poëzie al is deze niet geheel afwezig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek