Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Ik laat je thans niet verder trekken, Marten, al zou ik je met geweld hier moeten houden." Dat was trouwens niet noodig, want Marten gevoelde zeer goed, dat hij behoefte had aan rust, en verzette zich niet tegen het gulle aanbod van den waard. Zwijgend volgde hij hem eene trap op naar boven. Daar was een bedstede getimmerd, waarop een zacht bed gereed lag.
»Dat doet goed!" zei Joachim, zijne kan met een zwaren slag op de tafel neerploffende, zoodat het Marten verwonderde, dat zij niet in scherven uit elkander viel. »Lekker bier, dat zeg ik!" »Maar te licht, 't lijkt wel regenwater!" viel Hopman Wybe in. »Kom huisman, je hebt wel wat beters, zou ik meenen. Laat ons eens wat zwaarder bier proeven, dat je naar het hoofd stijgt.
De man kon den knaap zoo echter niet laten vertrekken. Hij wist immers, dat deze geen dak meer had, om onder te rusten. Daarom zei hij: »Blijf vannacht hier, Marten. De nieuwe dag geeft nieuwen raad, maar vergt ook weer nieuwe kracht." »Dank voor uw vriendelijk aanbod, buurman," zei Marten. »Ik kan het echter niet aannemen, want ik zal rust noch duur hebben, voor ik mijn zuster wedergevonden heb.
»En dan neemt hij intusschen zijn rapier en steekt ons op zijn gemak allebei dood, heel eenvoudig," lachte Aelbert. »'t Is gemakkelijk genoeg, dat geef ik toe, maar ik bedank voor de eer." »'k Geloof toch, dat het wel kan," hield Marten vol. »Wij zouden natuurlijk met de grootste voorzichtigheid te werk moeten gaan en niet handelen, zonder zeker van onze zaak te zijn.
»Zij hebben mijne ouders vermoord, mijne zuster op de vlucht gejaagd, en onze hoeve verbrand!" sprak Marten kortaf, en opnieuw barstte hij in tranen uit. »Dat gespuis! Dat addergebroedsel!" riep Jan Slob uit, terwijl hij bij Marten kwam staan, die op een stoel neergevallen was en zijne tranen den vrijen loop liet. Slob legde hem de hand op het hoofd.
't Ware beter, dat zij wat meer op hun eigene zaken letten, want de boerderij ziet er zoo verwaarloosd uit, dat het God geklaagd is. Toe Marten, help het schaap even uit den nood, dan zullen wij het hooi, dat te velde ligt, opschudden. Misschien kunnen we het dan nog voor den avond op roken zetten." »En jij, Anna, help mij de tafel afnemen en de vaten wasschen," sprak de moeder.
Eindelijk was ons schip in Wintermaand van 't jaar '7 weer kant en klaar voor de reize en op zekeren dag kwamen de kapitein en Marten onverwacht aan boord. Marten kwam terstond bij me en betoonde zijne vreugde door mij alles te vertellen wat hij van Den Briel wist. Het "Kregel Mennonietje" ging nog altijd school en was in dien tijd heel wat gegroeid.
Met een van die booten is zij medegegaan, maar waarheen, dat weet ik niet. De menschen wisten zelf niet, waarheen het lot hen voeren zou. Vermoedelijk bevindt zij zich hier of daar te Westzaan of te Assendelft, of Beverwijk, wie zal 't zeggen?" »Dan weet ik nu genoeg," sprak Marten. »Heb dank voor de hulp, die u beiden aan haar verleend hebt. Goeden nacht."
»Volkomen waar! Wij heulen niet met de Spanjolen!" viel Marten zijn vader bij. De knaap zag even bleek als de vader, en zijne stem beefde van verontwaardiging bij de ongegronde beschuldiging van den Hopman. »Jongen, houd jij je snater!" beet deze hem nijdig toe.
Maar leeren! bah, wat zou'k leeren? Ik werd tóch nooit kapitein! "Nu," zeî Marten, "kunt ge dat boekske, dat ik u met Allerheiligen zond, al lezen?" "Neen, 't was zoo moeielijk, ik en kon niet!" "Maar waarom hebt ge het dan den schipper niet gevraagd? Dat is een abel, bekwaam en treffelijk man!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek