Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
En hij was altijd zacht en vriendelijk. Hij zelf merkte de verandering, die over hem gekomen was en zag hoe gelukkig zijn vrouw was. "Nu heeft ze het goed," zei hij eens tegen Marianne en wees op mevrouw Gustava. "Och, lieve Melchior," barstte ze uit, "je weet wel dat ik veel liever had, dat je weer beter werdt." En dat had ze werkelijk liever gehad.
"Zijn liefde voor haar, zoo oneindig hooger staande dan iets, dat Willoughby ooit gevoelde, of veinsde te gevoelen, daar zij veel inniger was, veel oprechter, of standvastiger hoe zullen wij het noemen? bleef onveranderd, terwijl hij wist van de ongelukkige genegenheid onzer lieve Marianne voor dien slechten man, en geheel onzelfzuchtig, zonder de minste hoop te koesteren, had hij haar met een ander gelukkig kunnen zien!
Elinor kon zich niet verwonderen over hun wederkeerige neiging. Zij wenschte alleen, dat deze minder openlijk werd aan den dag gelegd, en een paar malen waagde zij het werkelijk, Marianne de gewenschtheid van eenige zelfbeheersching onder het oog te brengen.
Elinor, blijde dat zij zich een oogenblik door zulk een beweegreden liet leiden, al geloofde zij niet dat zij tot het einde toe aan tafel zou kunnen blijven, zei maar niets meer, hielp haar kleeding zoo goed zij kon in orde brengen, terwijl Marianne te bed lag, en stond gereed om haar naar de eetkamer te brengen, zoodra zij aan tafel werden geroepen.
Voor Marianne echter behield hij, hoewel hij de onbeleefdheid had begaan, haar verlies te overleven, altijd die besliste voorkeur, die hem belang deed stellen in al wat haar wedervoer, en haar voor hem tot den geheimen standaard maakte van alle vrouwelijke volkomenheid; en menige veelbelovende schoonheid werd door hem in latere jaren met geringschatting beschouwd, daar zij de vergelijking niet kon doorstaan met Mevrouw Brandon.
Marianne bewaarde een strak stilzwijgen, hoewel men aan haar gezicht kon zien, hoe zeer zij belangstelde in 't geen gezegd werd. "Is het zoo leelijk?" ging Mevrouw Palmer voort; "dan is het zeker een ander buitengoed, dat zoo mooi was, denk ik." Toen zij in de eetkamer aan tafel zaten, merkte Sir John tot zijn spijt op, dat ze maar met hun achten waren.
De wind joeg in vlagen rondom het huis en de regen sloeg tegen de vensters; maar Elinor in wier binnenste alles blijdschap was, deerde het niet. Marianne sliep door elke stormvlaag heen, en de reizigers hun wachtte de rijkste belooning voor alle tegenwoordig ongerief.
"Och, is 't waar?" antwoordde Elinor. "Wanneer gaat u terug naar huis?" "Dat weet ik niet." En daarmee eindigde hun gesprek. Nog nooit had Marianne zoo weinig lust gehad in dansen als dien avond, en nooit had haar die inspanning zoo vermoeid. Zij klaagde erover, toen zij terugkwamen in Berkeley Street.
Een schok voer Marianne door de leden, en zij wilde vluchten; maar Gösta hield haar vast en fluisterde: "sta stil, ze denken dat dit bij het tableau hoort." Hij voelde haar beven van angst en de gloed der kussen sterven op haar lippen. "Wees niet bang," fluisterde hij, "schoone lippen hebben recht tot kussen."
Hij was verlegen, scheen niet eens blijde, hen te zien, keek noch verheugd, noch vroolijk, zei bijna niet anders dan wat hem gevraagd werd, en liet tegenover Elinor geen spoor van bijzondere genegenheid blijken. Marianne keek en luisterde met toenemende verbazing.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek