Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
"Welnu, Makatit, je komt voorzeker werk zoeken?" vroeg hij. De Kaffer gaf een bevestigend teeken. "Wil je bij mij arbeiden? Ik zal je te eten geven, ik zal je de noodige gereedschappen leveren, en daarenboven krijg je nog twintig shillings per maand!" Dat was de bepaalde prijs, en Cyprianus wist wel, dat hij niet meer mocht uitloven, zonder zich aan de woede van de kampbewoners bloot te stellen.
Toen Cyprianus te huis kwam, vond hij daar Li en Bardik. Die jonge Kaffer had zich, sedert hij bij den Franschman in dienst getreden was, zeer ijverig betoond. De Chinees stond met hem op den deurdrempel te babbelen. De jonge ingenieur deelde hen mede, dat hij ging vertrekken in gezelschap van Friedel, van James Hilton en van Hannibal Pantalucci, om jacht op Makatit te maken.
Makatit sloeg de oogen neer en scheen geheel ter neergeslagen en vernederd, dat een middel, hetwelk hem in zijne kraal zoo dikwerf bijzonder goed gediend had, nu in het beschaafde leven geheel waardeloos gebleken was.
Zie, dat overtrof de stoutste verwachtingen, de meest buitensporige droomen van den armen drommel. Hij wist niet hoe hij zijne dankbaarheid zoude te kennen geven. Hij danste van vreugde, hij lachte en weende te gelijker tijd. "Ik geloof dat je een goede jongen bent, Makatit," zei Cyprianus. "En ik geloof dat je een beetje Engelsch verstaat.... Maar kan je geen enkel woord spreken?"
Eindelijk werd nog besloten dat Makatit niet dadelijk in de Vandergaart-Kopjes-mijn zoude verschijnen; dat hij in de omstreken zou verwijlen en dan eerst zijn dienst bij den jongen ingenieur zou hervatten, wanneer deze laatste verzekerd er van zoude zijn, dat zulks zonder gevaar kon geschieden. Zooals men wel zien zal, was dat geen noodelooze voorzorg.
"De dief," riep Hannibal Pantalucci eensklaps uit. "Maar waarom zal hij dat niet zijn, wien gij opgedragen hadt zijne gelijken te beoordeelen?" "Wat wilt gij daarmee zeggen?" vroeg de officier van politie. "Welnu.... die Makatit, die daar de rol van toovenaar op zich nam, heeft kunnen hopen alle verdenking van zich af te wenden!"
Dat was Makatit, de jonge Kaffer, die des nachts gewoonlijk rond het kamp omdoolde en die er uit instinct toe overgegaan was die gemaskerde mannen te volgen, juist toen zij zich naar de woning van den ingenieur begaven. Daar had hij alles gehoord wat er gezegd was geworden, en had het gevaar begrepen, waaraan zijn baas blootgesteld was.
Van een anderen kant, wanneer hij langs den weg, dien hij gekomen was terugkeerde, ging de hoop verloren om Makatit te ontmoeten. Intusschen verrezen op den tegenoverliggenden oever van het meer eenige heuvelen, die door eene aaneenschakeling van terreingolvingen aan elkander en aan hoogere, meer achterwaarts gelegen bergen verbonden waren.
"Zou dat de struisvogel van Makatit zijn?" vroeg de ingenieur zich af, steeds meenende te doen te hebben met de ijle beelden zijner zieke hersenen. De steltlooper in persoon zou hem antwoorden en wat meer wil zeggen zou hem in zuiver Fransch antwoorden. "Waarachtig, ik bedrieg mij niet!.... Cyprianus Méré!.... Wat drommel, mijn arme makker, voer jij hier uit?" Een struisvogel, die Fransch sprak!
"Maar,.... maar...." antwoordde Cyprianus op spottenden toon, die den Engelschman volstrekt niet beviel, "om een steen van die dikte te kunnen inslikken, zou Makatit een struisvogelmaag moeten bezitten!" "Is een Kaffermaag niet tot alles in staat.... mijnheer Méré?" vroeg John Watkins. "En vindt gij het gepast in dit oogenblik en over dat onderwerp te lachen en te spotten?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek