United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als alles goed afloopt, krijgt elk van den troep honderd, en jullie elk 't dubbele: Don Crisóstomo is rijk." "Aangenomen!" riep Bruno. "Geef op 't geld!" "Ik wist wel dat jullie dapper waren evenals je vader! Kom mee, laten de lui die hem van kant gemaakt hebben, ons niet hooren!" zeide Lucas, en wees naar de guardias civiles.

Intusschen wandelde Lucas Beaumanoir in een kleinen tuin, die tot de Preceptorij behoorde, en door de buitenste vestingwerken ingesloten was, in somber en vertrouwelijk gesprek met een broeder van de Orde, die met hem uit Palestina was teruggekomen.

Maar niet zonder eerst een blik geworpen te hebben op dat huis tegenover het raadhuis, waar nu een boekhandel is gevestigd, doch waarin eenmaal de beide schilders Lucas Cranach de oude en de jonge woonden en stierven. Ge ziet, de aanspraak van Weimar op kunstroem dagteekent niet geheel slechts uit later eeuw.

"Ik kijk of ik hem ook herkennen kan, meneer," stamelde hij, zich half 't hoofd ontblootend, dat wil zeggen de salakot meer naar beneden halend. "Heb je niet gehoord dat het een zekeren Lucas is? Slaap je?" Allen schoten in een lach. De boer bracht verlegen eenige woorden uit, en ging met gebogen hoofd langzaam heen. "Hei, waar ga je naar toe?" riep de oude man hem toe.

Toen was het de beurt van Padre Salvi om, peinzend als altijd, heen en weer te gaan wandelen. Een stem die hem goeden dag zeide ontrukte hem aan zijn peinzens-zware wandeling. Hij hief het hoofd op, en stond tegenover Lucas, die hem nederig groette. "Wat wil je?" vroegen 's pastoors oogen.

En wanneer in Lucas VIII, 43 vlg. staat, hoe eene zieke vrouw reeds daardoor genezen wordt, dat zij den zoom van Jezus' kleed aanraakt, en hoe in v. 46 Jezus zelf verklaart te voelen dat kracht van hem is uitgegaan, dan herinnert dat ons van zelf aan de wonderdadige geneeskracht, die, zooals wij reeds in hoofdstuk II zagen, door de primitieve volkeren aan hunne opperhoofden wordt toegeschreven.

"Padre Dámaso heeft het druk... Pak je weg," gelastte de pastoor nogmaals op strengen toon. Lucas ging mopperend de trappen af. "Nou, dat 's er ook een...als hij 's niet goed betaalt..." "Die 't beste betaalt..." Op 't schreeuwen van den pastoor was iedereen komen toeloopen, zelfs Padre Dámaso, Capitán Tiago en Linares.

Het is eene soort van wassen pop, die door den tijd geelachtig bruin is geworden; het beeldje is overigens plomp en onbeholpen en bij uitnemendheid leelijk, en mist ten eenemale het naïeve, innig vrome gevoel, dat zich uitspreekt in de schilderijen van Lucas, den candiootschen schilder uit de twaalfde eeuw, wiens werk door geheel Griekenland algemeen op naam wordt gesteld van den Evangelist Lucas.

Wat de derde personage betrof, die meer achterwaarts bleef en de slinkerhand hield, deze was niemand anders dan de Heer Lucas Helding, de voortbrengselen van wiens vernuft ik in het vorige hoofdstuk heb medegedeeld.

De kerk van Sint Lucas heeft een bijzonder mooien klokkentoren en er is een interessante ondergrondsche kapel, maar het aardigste zijn toch de schilderachtige hoekjes in Jajce, bij voorbeeld de poort, die naar de Pliva leidt, een juweeltje in zijn soort, en de kleine turksche huizen, die als duiventillen op de massieve, grijze, oude wallen staan.