Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


En zij zagen in den hof, onder den lindeboom, den ouden Koning Mirakel liggen op een rustbank. En zijn zoon Alidrisonder zat naast hem. En zij speelden schaak.... Rondom in den hof, onder rood gouden appels, die hingen zwaar in de appelaren, zwoel van geur en gestoofd door midzomerzon, zaten of vermeiden zich de ridders en edelvrouwen van het hof.

Maar de elf sloop uit het verdorde blad, zette zich in het oor van het slapende meisje neer en vertelde haar, als in een droom, den verschrikkelijken moord, beschreef haar de plaats, waar haar broeder haar minnaar vermoord en diens lijk onder den grond gestopt had, vertelde van den bloeienden lindeboom, die daar dicht bij stond, en zei: «Opdat ge niet zoudt denken, dat het maar een droom is, wat ik u verteld heb, zult ge op uw bed een verdord blad vindenEn dat vond zij ook, toen zij wakker werd.

Slechts wanneer het aan Sint Georg gewijde boompje verdorde, was zij van haar belofte ontheven. Knorrig nam van Berge afscheid. Op hetzelfde oogenblik begaf hij zich naar het bosch en zocht daar een verdorden lindeboom, die bijzonder op de groene linde aan de burchtpoort geleek.

Daar ontdekte ze den verdorden lindeboom en een zachte smartkreet ontglipte haar. De volgende dagen en nachten heeft ze vele tranen vergoten. En na eenigen tijd kwam wederom, vervuld van leedvermaak, de ridder van Berge op Rheinfels en dong met begeerige blikken naar de hand van de dame, die thans vrij en van haar trouweed verlost was.

Soetkin, mijn goede, mijn zoete vrouwe, zult gij kloekmoedig zijn in 't ongeluk? Toen bezag hij den lindeboom en vloekte hij hem: Storm en droogte! dat de boomen van den grond onzer vaderen liever verschroeien dan te gedogen, dat men in hunne schaduw het vrije geweten ten dood verwijst! Waar zijt gij, mijn jongen?

De straat Droit-Mur is bewaakt, de kleine Picpus-straat insgelijks. Ik sta er voor in, dat hij in 't slop is." De soldaten stormden het slop Genrot in. Jean Valjean liet zich langs het dak glijden, Cosette steeds vasthoudende; hij bereikte den lindeboom en sprong naar beneden. Cosette was, hetzij uit angst of uit moed, doodstil geweest. Haar handjes waren een weinig geschaafd.

Anderen hunner waren weêr van meening, dat een elegant en smaakvol gebouw de schoone natuur zoo veel niet meer tegenwerkt, als eene armoedige en bekrompen woning; en die, helaas! zoo door den geest der weelderige negentiende eeuw werden beheerscht, dat zij zich een genoegelijk buitenleven zonder behelpen konden voorstellen, die een fijn dineetje in een lief en luchtig salon op den duur de voorkeur gaven boven een rustiek maal onder een ouden lindeboom; ja die zelfs liever in een zachten ronden goedgevulden canapé de buitenlucht genoten, dan op de vierkante, houten, groengeverfde, expresselijk daartoe vervaardigde tuinstoelen der voorvaderen.

Maar Liesje wilde niet gelooven, dat Army trotsch geworden was, dezelfde Army, met wien zij nog kort geleden zoo vroolijk gelachen had; zij moest het hemzelf vragen; zij begaf zich op weg naar het slot. Zij trof de jonge lieden onder den grooten lindeboom aan: Army stond op het punt te vertrekken, maar het was spoedig opgehelderd; hij moest onverwacht op reis, anders zou hij zeker gekomen zijn.

Met de Derenbergs hadden zij altijd als vriendschappelijke buren verkeerd; van weerszijden waren het dan ook mannen, die elkander achting moesten toedragen; en wanneer de toenmalige landheer langs de molenbeek reed en de toenmalige molenaar met zijn vrouw onder den lindeboom zat, ontstond er altijd een vriendschappelijk gesprek.

Hij vertelde den man dat hij verlaten en verdwaald was, en dankbaar volgde hij hem naar de kleine woning onder den geelgebladerden lindeboom. Daarbinnen zat de tuinmansvrouw en breide zwarte kousen. Over het turfvuurtje op de haardplaat hing een groote ketel water te koken. Op de vloermat bij het vuur zat een kat met gevouwen voorpooten, juist zooals Simon gezeten had, toen Johannes van huis ging.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek