Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Het menschdom stroomt, langs onheilvolle weegen, de stralende uitkomst angstig tegemoet. Wee, den in duistren dwarrelstroom geboornen! Wee, den voor reiner schoonheidslicht verloornen! Hoe reiken zij de handen, om den zeegen van Liefde's minnelijken, zachten groet. Men noemde u Beatrice, maar gij draagt heil'ger benaming, onbekend den veelen.

In de beroemde canzone: "Gij vrouwen edel, die de liefde kent" laat Dante, na eerst de schoonheid van Beatrice's ziel bezongen te hebben, Amor zelf de grootste schoonheden van haar lichaam prijzen. Amor prijst haar oogen en mond, volgens de oude troubadours-overlevering "begin en einde der liefde": En geen kan haren mond, teeder omtogen Van liefde's lach, bewondren onbewogen.

Plechtig en langzaam, vol helderen vreê, Leidend den dag en ontsnellend den nacht, Met de machten van stralende wereld meê. Wij wervlen luid zingende rond den bol, En zijn chaos verhelderd door liefde's macht, En niet door vrees, vertoont zich in pracht, Van boomen en dieren en wolken vol.

Haar blik maakt alles nederig en goed, En niet haarzelve alleen, maar allen schenken Haar lieflijkheên een glans van heiligheid. En heel heur wezen is zoo wonderzoet, Dat niemand die haar zag aan haar kan denken Zonder een zucht om Liefde's zaligheid.

Eén geluid klonk voor mij uit: Liefde's ziel, en 't ruischte en deind' Onder, boven, rondom mij: 't Was de hoop, de profeetsij Die in u begint en eindt.

Liefde kent geen rang en stand, en omdat het avonduur het uur van het hart is, kunnen wij, die Liefde's land doorwandelen, ook den grooten meneer als minnaar zien, zooals hij zich buigt tot de maagd met het blauwe bloed en zachtjes praat tot de dame van zijn keuze.

Het edel hart is Liefde's wijk en wapen, Gelijk voor 't vogelken het dicht geblaart; Niet heeft Natuur de Liefde 't eerst geschapen, Noch eer dan Liefde 't Hart van eedlen aard. Maar zooals mèt de zon Van aanvang af het licht de ruimte kliefde, Doch éér niet stralen kon; Zoo woont in al wat edel is en puur Vanzelf de zoete Liefde, Gelijk de gloed in 't glanzen van het vuur.

Zij verlaten nooit mijn gemoed Als van de andere donna's, bitter noch zwaar, Maar zij ontsnappen dit warm en zacht En gaan tot mijn liefde's aanschijn, Die, als hij ze voelt, om mij te behagen Zijn ziel naar mij beweegt en tot mij ijlt, Als ik op het punt sta te zeggen: O kom, dat ik niet wanhoop!

Toen vulden zòò mij Liefde's zoete droomen, Dat hij verdween en 'k niet bemerkte hoe. Dit sonnet heeft drie gedeelten: in het eerste gedeelte zeg ik hoe ik de Liefde ontmoette en hoe hij mij verscheen; in het tweede zeg ik wat hij mij zeide, ofschoon niet geheel en al, uit vreeze mijn geheim te zullen verraden; in het derde zeg ik hoe hij verdween.

Toen waren er avonturen te beleven; de strijd riep helden op, en over hen zingt de guzlar. Hij laat er ook andere melodieën doorheen klinken, liederen over liefde's lust en leed, over bruidroof en ontvoering, als toenmaals zooveel voorkwamen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek