Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Ze liet 't nooit merken, zei alleen tot de meid "dat vandaag de zuster van m'nheer kwam en 'r voor drie personen meer moest gekookt worden." Lien had vijf kinderen.
Waar we ook heel sterk in waren, dat waren, na kantoor, tochten naar den Ringdijk. Daar zaten we in 't gras tusschen de boterbloemetjes beneden aan den dijk en dan kwamen de nieuwsgierige koeien met hun groote oogen en keken naar ons en wij keken naar de koeien. En dan kon je ervan opaan, dat Bavink over Lien begon.
Het ontaardt dan tot een onoprechtheid, die zeer onaangenaam aandoet en nog tot mindere karaktertrekken kan leiden. Ze is reeds tien jaar. Lien is overigens een leuke guit. Weken voor St. Nicolaas hebben we het beiden altijd heel druk. De vooruitzichten tot de feestviering waren het eerste oorlogsjaar echter niet gunstig. De prijzen stegen enorm, zelfs van kleinigheden.
PUCK. Koning van der Elfen rij, Helena is hier nabij; Hij, in wien 'k mij heb verzien, Wil nu haar zijn liefde biên; Wilt ge deze klucht bespiên? God! hoe dwaas zijn toch die liên! OBERON. Kom ter zij! Hun schett'ren maakt Dat Demetrius ontwaakt. PUCK. Dan zijn twee op een verliefd! Of dat grapje mij gerieft! Want dat is mijn grootste pret, Dat ik 't onderst boven zet.
"Neen, vrees niet, Neen, wees niet Eenkennig, lief kind! Al knort zij, Toch wordt gij Opregt'lijk bemind. Ik zocht je, Ik mogt je Al lang gaarne zien, En 'k vraag je vóór Lichtmis nog van je oude liên." "Ai, Klaertjen! 't Is 't aertjen Van onz' aller moê;" Spreekt zusjen Na 't kusjen 't Wijs vrijsterken toe. "'k Betrapje, 'k Verklapje Dies toch niet te huis.
Het was eerst niet duidelijk, wat dat moest beteekenen, maar naderhand bleek, dat Bekker zich in zijn hoofd had gehaald, dat-i metdertijd op de hei zou gaan wonen en daar een brokje land bewerken, dan hoefde-i niet meer naar kantoor. Bavink vond dat een mooi idee, maar-i was bang dat Lien er geen zin in zou hebben en Hoyer zat liever in de kroeg. Daar zaten we dan en lieten niets heel.
Nicolaas als vroeger." Met een ernst, waaraan niet te twijfelen viel, zei ik: "Jij bent een verstandig meisje. Je hebt het goed gevonden, dit jaar enkel een boek te krijgen. Een volgend jaar dan dubbel, hè Lien?" Dikke tranen rolden eensklaps over haar wangen. "Wat is er Lien? Je doet me schrikken!" "Ik heb het niet echt gemeend", snikte ze, "en heb het daarom maar goed gevonden."
Lien was nu nog dankbaarder, nog meer verrast, nog gelukkiger bij elk pakje, dat ze ontvouwde. Bij de apothéose, het hoofdcadeau pakte ze me hartelijk en zei: "Het ware zulke nare dagen, de laatste, maar ik heb de straf wel verdiend. Ik zal voortaan oprecht zijn." Lien heeft woord gehouden. Ze is nu werkelijk een allerliefst meisje geworden.
De huisknecht keert met de meiden in de keuken terug; pakt Saar, de dikke, die "schei uit" zegt; drukt Lien, 't fijne nufje, die "foei" zegt, een zoen in den hals: sprint boven op de tafel, en roept: "'t Hek van den dam! Saar, flensies van avond!" en Saar zegt: "Stil maar, je zult 't goed bij me hebben," en Lien krijgt weer 'n zoen en zegt: "Malle jongen, loop heen!" O heer! zult u zeggen.
Bekker had een vaag besef dat-i alle kantoren wilde afbreken, Ploeger wilde zijn baas z'n eigen klokken laten inpakken en er bij gaan staan met een sigaar in z'n hoofd en vloeken op die kerels die nooit iets goed konden doen. Eéns waren we 't, dat we "eruit" moesten. Waaruit, en hoe? Eigenlijk deden we niets anders dan praten, rooken, drinken en boeken lezen. Bavink vrijde bovendien nog met Lien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek