Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


Zoo onschadelijk was de koppelliefhebberij van tante Vernooy. Vrienden-hartelijkheid. De dag van het groote feestmaal ter eere van Gerrit Witse, Med. Cand., die, als den lezer uit onze schets gebleken is, ten opzichte zijner verdiensten zoo geheel anders dan zijne ouders was gestemd, was aangebroken. Het was omstreeks drie uren na den middag, dat de jongeling bezig was zijn toilet te maken.

Onder andere openbare gebouwen in een zekere stad, waarvan het mij om vele redenen voorzichtig lijkt den naam niet te noemen, en die ik niet door een gefingeerden naam wil aanduiden, is er één, waar de meeste steden groot of klein van oudsher op kunnen bogen: en wel een armenhuis; en in dit armenhuis werd op een dag en datum, dien ik niet behoef te noemen, daar deze ten minste in dit stadium van het verhaal voor den lezer zonder eenig belang zijn, de sterveling geboren, wiens naam in het opschrift van dit hoofdstuk is genoemd.

Maar de oplettende lezer vindt van ieder der hier behandelde schrijvers een schoone, gevoelvolle waarheid: weergegeven in diens eigen woorden. Deze waarheid was de grondslag van al zijn streven. Wie ze begrijpt is nader gebracht tot 's schrijvers werk en bedoelingen.

Misschien zou zulk een bezoek den lezer belangstelling inboezemen, indien hij er zelf bij tegenwoordig was; eene beschrijving zou hem stellig vervelen: daarom houde ik die terug.

De belangstellende lezer herinnert zich zeker 't jukkraagje, waaronder Wouter gebukt ging toen we 't eerst kennis met hem maakten in de Hartenstraat.

Ook als cultuur-historisch document heeft het stuk groote waarde; al was het maar alleen om te bewijzen hoe veel meer fantazie de doorsnêe-Middeleeuwer had, dan wij critische, moderne menschen. Nog een enkel woord van toelichting voor den lezer, die niet gewoon is Middelnederlandsch te lezen.

Het kwam niet, geloof ik, door het zeeïg-zilte, ruig-stoere en hel-doorwaaide van Haspels' wijd-open geest, dat ik zoo vaak moest denken aan die stedekens rond de Zuiderzee, als ik zijn werk las, want mijn verbeelding meende immers hen dan juist zóó te zien, gelijk zij zijn zullen wanneer eens ons machtigste binnenwater zal zijn gedempt en over het nieuwe land nieuw en sterk leven hun doode pleinen en straten, hun oude huizen binnentrekken zal. En evenmin kwam het, gelijk menig lezer allicht zou denken, door de onderwerpen, welke onze schrijver bij voorkeur behandelt. Het onderwerp-an-sich pleegt mij niet zoo te obsedeeren, dat het boek mij aan iets frisch doet denken als het onderwerp frisch is of ik het bij iets bedompts zou vergelijken, wanneer het onderwerp bedompt is. Neen, mij althans doet dit alleen de behandeling.... Maar het werd veroorzaakt, dunkt mij, door de half-onbewuste overweging, dat ook de heer Haspels tegelijkertijd zóó ouwerwetsch èn modern is als zulk een stadje vermoedelijk in de toekomst zijn zal; het wemelt soms van moderne sentimenten en levensaanvoelingen bij hem en die wemeling trekt maar, zoo gewoon-weg als hoorde 't niet anders, door Potgieteriaansche straten nou ja, natuurlijk: d'r zijn ook nieuwe buurtjes bijgebouwd! en Hildebrandsche geveltjes voorbij. Niet dat hij de hoog-aristocratische zwier, de gesoigneerde wellevendheid of het onvergelijkelijk stijl-vermogen des eersten bezitten zou vèrre van dien! Maar z'n dialogen vooral, natuurlijk niet in zijn schetsen van volks- en zeemansleven, doch in zijn meer novellistich gecomponeerde verhalen der "betere" standen [p.62] verreweg zijn slechtste werk: te zeer verstandelijk in elkaar gezet, met allerlei bedoelinkjes en toevalligheidjes, zooals het zéér n

Hemel! hoe geheel anders was alles sinds dien rit met dat karretje geworden! De lezer zag reeds waar Frans belandde, en 't heette nog om Godswil dat de oude Schorel de komenijman den jongen in zijn huisje ontving.

Ik besloot dus nogmaals om Bastiaans maar te houden tot ik een geschikten vervanger vind, want ik zet niet gaarne iemand op-straat, en we kunnen op 't oogenblik geen bediende missen, omdat er zooveel by ons omgaat. De lezer zal wel nieuwsgierig zyn, te weten hoe ik 't gemaakt heb op den laatsten krans, en of ik den triolet heb gevonden? Ik ben niet op den krans geweest.

Intusschen dit spreekt vanzelf zullen verscheidene nieuwe beschouwingen in dit werk al dadelijk den lezer ongunstig stemmen door den natuurlijke weerstand van gevestigde meeningen tegen opstandige nieuwe.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek