Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


Ziet gy niet, dat ik thans eene hele schryvige natuur over my heb? Ja kind, Saartje gaat nu weinig op den tril, en onze dierbare Patiente is nog te zwak, om haar met myn gerammel te vermoeijen. Doch lang vasten is geen brood sparen. Ik moet noodzakelyk eens met Letje uit.

Ik heb wel geen haast om te trouwen; doch als ik nu maar wist, welk man ik moest kiezen, als my die haast eens overviel: dat is het maar. Nog geen Peccavi! en de dag is om. Lees ten slotte dit volgende. Letje kwam by my. De arme Lot, zei ze, is bedroeft; en ik geloof ook, ergens om verlegen. Ik. Dat spyt my, waar is zy? Laten wy zien, wat er scheelt. Wat scheelt u, Juffrouw Lotje? Zy. Ik. Zy.

De laatste brieven van Letje waren overvloeiende van geluk en levensvreugd. Zij zou in de eerste dagen van Juni terugkeeren, om tegenwoordig te zijn bij de »receptie" van André. Men verwachtte haar Zaterdag 4 Juni te Leiden, en daarom teekenden de jongelui Donderdag 2 Juni aan.

Een jongen, zo braaf, en zo degelyk, dat niemand dan Letje hem ooit, met myne toestemming, hebben zal. Juffrouw Buigzaam. Gy doet my lachen. Ik. Doen schreijen zou ik om geen duizend Waerelden; al waren er al de Huizen Concertzalen, en al de Paleizen Schouwburgen; en dat is veel gezeit. Juffrouw Buigzaam. Ik beken, dat dit in u inderdaad al eene ongemene grote opöffering zyn moet. Ik.

"En de koets van Tante Letje?" Wat deze betrof, zij maakte zwarigheid om te blijven; daar het met hare gewoonte streed, den avond uit te gaan, wanneer zij ter kerke geweest was; echter werden de bedenkingen, welke zij opperde, zoo heftig bestreden, en verzocht mijn moeder, aan wier bede zij zelden weerstaan kon, haar zoo dringend, voor deze reis een uitzondering te maken, dat zij eindelijk toegaf.

»Ik zei van morgen al, dat je vandaag wel komen zoudt, André! Drie Zondagen achter mekaar overslaan, dat mag niet!" Merkwaardig muzikaal en aandoenlijk klonk de eenigszins vermoeide, schoon toch jeugdige en frissche stem. »Maar, Letje! kindlief! hoe gaat het nu toch met je?" »Ik ben veel vooruitgegaan in de laatste drie weken! Het ergste is, dat ik altijd zoo moe en zwak blijf!

"Wees van harte welkom, waarde Neef!" zeide tante Letje, terwijl zij mij omhelsde: "alzoo sullen de vrijgekochten des Heeren wederkeeren:" vervolgens zich tot mijn vader wendende: "wel moogt gij, waarde Broeder! den Profeet nazeggen: brengt mijn soonen van verre, ja van het eynde der aerde."

André poogde haar bedaard wat te vragen, maar zij holde met hem de gang door, altijd driftig sprekend: »We gaan uit, ? waar gaan we heen? Gaan we naar de Vink! Mag Mina Santman mee? Of wil je naar Leiderdorp, André...." André bracht haar eindelijk tot staan bij eene glazen deur, die toegang gaf tot den tuin. Hij greep de kruk, en verhinderde haar verder te vliegen. »Waar is Letje?"

Eensklaps hoorden zij een luiden uitroep, en zagen zij eene mooie, elegante, jonge dame, op dominé De Witt toesnellen. Die jonge dame, eerst voorbijgezien, was Letje. Vader, broeder, zuster waren als verstomd van blijdschap en bewondering. Was dat Letje? Zoo gezond, zoo bloeiend, zoo heerlijk!

"Mijn hemel! Ferdinand! waar moet dat alles heen?" vroeg mijn moeder, toen ik, vergezeld van mijn twee helpers, de zijkamer instapte. "Zij gelijken wel de drie koningen, die met giften en gaven uit het Oosten komen," fluisterde Suzanna Tante Van Bempden in 't oor. "Stil!" zeide deze met een bestraffenden blik: "laat Tante Letje u niet hooren."

Woord Van De Dag

tropmann

Anderen Op Zoek