Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Menschen kwamen van alle kanten aanstormen. Het was een ontzettend getier en geraas. "Laten wij nu gaan," zei donna Elisa tot donna Micaela. "Nu denkt niemand meer aan ons." Maar donna Micaela's blik was gevallen op een der vrouwen. Zij schreeuwde niet, maar men zag dadelijk dat haar de zaak aanging. Men kon het haar aanzien, dat zij op het punt stond het geluk van haar leven te verliezen.
Relya van Bazar was een vroolijke, jonge ridder en hij joeg zijn paard steigerend door den wijngaard, waarbij hij eenige van de hooge wijnstokken, beladen met heerlijke trossen druiven, brak. Marko vermaande zijn vriend aldus: "Gij deedt beter dezen wijngaard met rust te laten, Relya!
De Indianen van dit geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het vaste Land van America overvloeien. Maar laten wy het verhaal van onze krygsverrigting vervolgen.
Een zeer fraaie ampelplant is de Campanula fragilis, die den geheelen zomer door talrijke platte, lichtblauwe, stervormige bloemen geeft; ook de C. garganica van het Garganusgebergte in Apulië is voor dit doel uitstekend geschikt. Deze beide hangende soorten hebben rondachtige bladeren. Zij laten zich beide zeer gemakkelijk door wortelspruiten vermenigvuldigen.
Hij had een manier, onder het spreken zijn hoofd naar één kant te laten overhellen en tegelijk uit de hoeken van zijn oogen te kijken, die onweerstaanbaar aan een papegaai herinnerde. In deze houding ging hij staan op het oogenblik van zijn binnenkomen; hij hield een stukje sinaasappelschil op armslengte van zich af en riep met brommende, ontevreden stem uit: »Kijk eens! zie je dat?
Ik durfde hem nooit alleen aan het stuurrad te laten als we voor den wind liepen in een zware zee; en vol-en-bij en scherp-bij-de-wind waren onoplosbare mysteriën. Hij kon je het verschil niet vertellen tusschen een schoot en een talie, hij kon het gewoon niet. Fokkeklauwval en kluiverval, het was allemaal hetzelfde voor hem.
"Je hebt gelijk," antwoordde de edelman eveneens lachende, "maar mijne fiere dochter vergete niet, dat er een groote afstand bestaat tusschen moed en roekeloosheid. Doch laten we naar het kasteel terugkeeren. 't Is al middernacht." Een half uur later reden zij de hooge poort van het slot binnen.
Ook op die zusters was Sprotje niet gesteld. Dat Christientje 'r soms plaagde met opzettelijk dingen te vragen, die ze niet weten kon, of iets vertelde en 'r dan uitlachte, als zij 't geloofde; dat Coba, de oudste, die wou dat ze "jongejuffrouw" zei, zich bedienen liet meer dan juffrouw Jonkers zelf, haar schoenen in de keuken terug bracht als ze niet glommen naar haar zin en 'r altijd haar jurken wou laten uitborstelen, dat alles vond Sprotje wel niet prettig, maar ze verdroeg het gedwee; van den morgen tot den avond waren ze zoo netjes, ze hielden zich altijd zoo schoon, ze hadden zulk mooi haar en ze liepen zoo keurig, ze moesten vaak zoo lachen met elkaar.... voor het eerst van haar leven begreep Sprot je iets van de vele kleine vreugden en jeugdigheden, die zij nooit gekend had.. Maar er was een weerzin, een vijandschap bijna in haar hartje tegen die vroolijkheid en die keurige kleeren, als zij 's avonds laat nog juffrouw Jonkers, zelf in een oude ochtendjapon, bloesjes zag staan strijken en kraagjes en dassen; als zij dagen lang soms juffrouw Jonkers zich haar elfuurs kopje koffie ontzeggen zag, omdat er weer een nieuw haarlint moest gekocht worden, of een kuifkammetje of een ceintuur.... en als dan Coba nog snibbig "ajasses, moe!" zei, als de Juffrouw haar Koosje noemde, zooals ze eigenlijk te heeten scheen, of als Christien 'r neus, optrok voor de luiers, die in de waranda over een touwtje hingen en haar vader napraatte van: "dat hoort niet".. dan haatte Sprotje die beiden uit den grond van haar hart.
Ja, hij was op zekeren dag zoo genadig, zich zelf op het slagveld te laten tillen en het opperbevel op zich te nemen. Nog sterker. Hare Majesteit de keizerin in eigen persoon liet zich met haar gevolg zoo hoog door mij optillen, dat zij over het strijdperk kon heenzien.
"Hier kan 't zeker wel aardig zijn overdag," zei ze en voelde de portière tusschen de vingers. "Komt hier zon?" "Den heelen langen dag," antwoordde Abraham blij. "O foei! dan moeten we overal hoezen over maken. We kunnen onze beste meubelen toch niet door de zon laten bederven." "Och kom! die tijd, die zorg. Ze moeten maar tegen een beetje zon kunnen," zei Abraham; "maar zie nu eens hier.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek