Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
»Stil!" beet zij mij toe: »Oreer niet, maar geef acht!..." Zij greep mij heftig bij den arm. »Voelt gij den bodem niet dreunen onder den tred der krijgsknechten? Het is de dappere Claudius met zijn cohort. Zij gaan de poort bezetten, om den aanval af te slaan van de zwermen barbaren, die aanrukken over de bergen.
De wanden waren naakt en met spinrag bedekt: ruwe figuren, met krijt en houtskool op den muur geteekend, en waarmede men, zoo het scheen, de gedaanten van krijgsknechten had zoeken na te bootsen, duidden aan, dat hier meermalen gewapenden hun nachtwaken met dergelijke uitspanningen hadden vervroolijkt.
Terstond werden er op zijn bevel planken over de sloot geslagen: een paar krijgsknechten hakten het buitenpoortje open; terwijl een ander gedeelte over den muur klom: welhaast stond de geheele macht van Beaumont op het beslotene erf, waar nu de opeisching herhaald en evenzeer door een diepe stilte gevolgd werd.
Broeder Agge was een stevige vierkante monnik, in de kracht zijns levens, en die liever sterkte zocht in de wijnkan dan in het gebed. "Neen Broeder!" zeide de abt: "broeder Syard heeft gelijk. Onze conversen zouden daar, waar het op een geregelde verdediging aan zou komen, niet bestand zijn tegen de geoefende krijgsknechten des vijands.
Ja in den aanvang scheen de kans ongunstig voor den Heer van Kuik te loopen, toen hem Jan uten Hove met zijn Bredasche krijgsknechten ter hulpe kwam. Otto van Bueren en Allart van Driel, die de Gelderschen aanvoerden, werden gevangen, en Tiel, waarop zy 't gemunt hadden, voor Brabant bewaard.
94 En zoo zag ik eenmaal de krijgsknechten vreezen die onder verdrag uit Cabrona uitgingen, daar zij zich tusschen zoovele vijanden zagen. 97 Ik drong mij met mijn gansche persoon tegen mijnen leidsman, en ik draaide mijne oogen niet naar den kant van hunne verschijning, die mij niet malsch leek.
De Waterlanders meenen echter gerust te kunnen zijn, want Hopman Wybe Sjoerds houdt met zijn vendel krijgsknechten Saardam bezet, en dagelijks begeeft hij zich voorbij de hoeve van Floris, om den Waterlandschen dijk in oogenschouw te nemen en te zien, of op het IJ alles rustig is en van Amsterdam uit geen gevaar dreigt.
Hoewel dit antwoord evenmin voor snedig als voor buitengemeen passend kon doorgaan, bracht het mij eenige sympathie van de zijde mijner makkers, en reeds stonden wij op het punt gezamenlijk een lied aan te heffen, toen de verbroederingsdroom wreedelijk verstoord werd door een superieur, die mij naar een ander vertrek voerde, dit hebbende twéé palthe-doozen en een nis aan de achterzijde, en dat bestemd bleek voor mij en een twintigtal andere krijgsknechten.
Eens op een morgen stond hij daar weer, toen zijne aandacht getrokken werd door eene menigte mannen, die in de verte naderden. Hij zag scherp toe, en merkte al spoedig op, dat het een vendel krijgsknechten was. Neen, daarin kon hij zich onmogelijk bedriegen, want hij zag, hoe de stalen lansen flikkerden in de zonnestralen.
Daarna gebood hij de krijgsknechten van wal te steken, en voegde hun toe: »Mannen, ziehier drie dappere Vrijbuiters, die zich op verlangen van Uw Overste naar ons kamp begeven. Vergeet niet, dat Uw leven borg is voor het hunne." Onder den tocht voerde de Hopman een druk gesprek met 't Hoen, en Marten zei zacht tot zijn vriend: »Geloof jij, dat er verraad in het spel is?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek