United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eene onoogelijke waardin kwam buiten met een zwartberookt tabakspijpje in den mond, en zette den paarden eene krib met voer voor. De reizigers stegen uit en traden, evenals de wagenbestuurder, de herberg binnen, boven welks deur, tusschen rankend wijnloof, aan een eind lat een groote aarden bierpot bungelde. Rembrandt voelde geen lust, het voorbeeld te volgen en mede uit te stappen.

De wind en de regen raasden rondom de rotte planken, die mij ter nauwer nood beschutten... Nauwlijks dacht ik aan vlucht, al had ik wellicht ook met trap op trap de gebarsten deur van mijn stal kunnen doen wijken. Rillende stond ik, den staart tusschen de pooten, in mijn bezoedelde stroo en voor mijn leêge krib. Menschegeestkracht scheen niet meer in mij, zoo misschien nog wel logiesch denken.

De heer Leblanc hield zich lijdelijk. De bandieten bonden hem stevig, terwijl hij stond, met de voeten aan 't hoofdeneind der krib, die het verst van het venster en het dichtst bij den schoorsteen was. Toen de laatste knoop gelegd was, nam Thénardier een stoel en zette zich schier recht tegenover den heer Leblanc.

"Bindt hem aan den voet van de krib," zeide hij en, den oude ziende, die, door den vuistslag van den heer Leblanc op den grond geworpen, was blijven liggen en zich niet bewoog, vroeg hij: "Is Boulatruelle dood?" "Neen," antwoordde Bigrenaille, "hij is dronken." "Veeg hem in een hoek," zei Thénardier. Twee "stokers" stieten den dronkaard met den voet naar den hoop oud ijzer.

De machtstem des sergeants beval ons, in twee gelederen aan te treden. Even later stapten ruim vijftig landstormplichtigen de chambrée rond, maakten rechts- en links om's, en zwaaiden de armen. Het gloeikousje in de lamp brak in wit stof uiteen, het vloervuil dwarrelde op onder den krachtigen tred, bevelen klonken.... In de krib lag, diep onder zijn wolletje, de zieke.

Smul, die in den stal daarnaast boer Kneuvels paard aan het verzorgen was, werd er eindelijk bij geraadpleegd om ook zijn advies te geven. "Of da ze veulen in hêt!" riep hij op zijn gewone ruwe manier, onbeschroomd, met een bruusken ruk in de krib der merrie binnendringend; "'k zal ulder da sebiet goan zeggen!"

Hij en Jenneke hadden haar al eens bezocht. Ze lag op een groote zaal. Mensch, mensch, wat 'n zieken bij elkaar! Zoo iets had hij nog van zijn leven niet gezien! Hij had Geertje eerst heelemaal niet kunnen vinden, maar een zuster, een vriendelijk schepseltje, dat was niet anders te zeggen had hem den weg gewezen: op één na de laatste krib rechts. En daar lag ze.

Ik vraag een pak, ...men laat m' in burger loopen, hetgeen géén krijgsmansziel in eere doet 'k vraag een geweer ...en wilde gaarne vechten... ...men geeft m' een stoffer slechts, dien 'k voeren moet. Ik vraag de kans een eerekruis te winnen, doch weet niet hòe een krijgsdaad te begaan, en stiekem hoop ik op de Willemsorde, door netjes recht-op voor mijn krib te staan.

Hij hield zijn moeder in de armen; zij drukte hem een kus op den mond en weende zoo gelukkig, als men slechts van blijdschap kan weenen; en hij knikte ieder oud meubel in de kamer toe, de kast met de theekopjes en de bloemvaas; hij knikte de krib toe, waarin hij als kleine jongen geslapen had; maar hij haalde de oude alarmtrom te voorschijn, zette haar midden in de kamer neer en zei tegen zijn moeder: «Vader zou vandaag een roffel geslagen hebben.

O! ik zou haar met mijn klomp den buik willen intrappen." Zij sprong van het bed, en bleef een oogenblik staan met hangend haar, uitgezette neusvleugelen, open mond, gebalde vuisten, het hoofd in den nek geworpen. Toen zeeg zij weder op de krib neder. De man ging op en neder, zonder op zijn vrouw te letten.