Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Ned Land, Koenraad en ik hadden daarover een vrij lang gesprek: sedert zes maanden zaten wij op den Nautilus opgesloten; wij hadden 68000 kilometer afgelegd, en, zooals Ned Land zei, zag het er niet naar uit, dat dit nog spoedig zou eindigen.

"Dat smaakte vast niet lekker," voegde Ned Land er bij. "Afschuwelijk, vriend Ned," antwoordde Koenraad, "maar een klein glaasje azijn dat f

Koenraad had aan zijn vriend wonderen van onze wandeling verteld, en deze had er nu spijt van dat hij ons niet had vergezeld. Maar ik hoopte dat de gelegenheid zich nog wel eens zou voordoen om die onderzeesche bosschen te bezoeken. Bijna dagelijks openden zich gedurende eenige uren de wanden der zaal, en wij werden niet moede om de geheimen van die onderzeesche wereld te bespieden.

Ik liep gedurende eenige oogenblikken van den salon naar de bibliotheek heen en weer; mijn makkers zaten zwijgend te peinzen; ik viel op een rustbank neer en nam een boek in de hand, waar ik slechts werktuiglijk een oog in wierp. Een kwartier daarna naderde Koenraad mij en zei: "Leest mijnheer daar een belangwekkend boek?" "Zeer belangwekkend," antwoordde ik.

"Dat zou ik je niet kunnen zeggen, Ned." "Zou de kapitein nu ook de Noordpool willen opzoeken en dan door de beruchte noordelijke doorvaart in den Grooten Oceaan komen?" "Gij behoeft hem daarvoor niet te tarten," antwoordde Koenraad. "Welnu," zei de Amerikaan, "dan zullen wij hem vóor dien tijd de hielen laten zien."

Ongelukkigen, die te lang honger hebben geleden, kunnen zich niet straffeloos op de hun voorgezette spijzen werpen. Wij daarentegen behoefden ons niet in te houden; wij konden volop genieten, en het was een zachte zeewind, die ons dit genot toevoerde! "O," riep Koenraad, "wat is dat heerlijk, wat is die zuurstof goed!

"Daar is een eiland, op dat eiland groeien boomen, onder die boomen loopen dieren; die karbonade en roastbeef aan hun romp hebben, en daar zou ik wel eens gaarne mijne tanden inzetten." "Nu heeft vriend Land gelijk." zeide Koenraad, "en ik ben het met hem eens.

En toen Koenraad aan het einde van zijne dissertatie gekomen was, zeide hij: "Ziet gij, mijn beste Ned, als gij dat alles nu weet, dan weet gij eigenlijk gezegd nog niets, want de familiën worden weer onderverdeeld in soorten, ondersoorten, verscheidenheden ...." "Welnu, vriend Koen," viel de harpoenier hem in de rede, terwijl hij tegen het raam leunde, "daar heb je verscheidenheid genoeg."

Toen de Nautilus door de dichte scholen van die dieren heenstoof, kon Koenraad de volgende opmerking niet voor zich houden: "Wat! kabeljauwen! ik dacht dat ze zoo plat waren als bot of tong?" "Wat zijt gij onnoozel," zei ik.

Ik weet niet of Koenraad bezig was ze in eene zekere klasse te ordenen, doch ik bekeek, wat mij aangaat, hun zilverkleurigen buik, hun vreeselijken muil, vol scherpe tanden, minder met een wetenschappelijk doel; en ik deed het eerder als slachtoffer dan als natuuronderzoeker. Gelukkig zien die vraatzuchtige dieren zeer slecht.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek